This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit
Spullen op tafel: - Boek
- Schrift - Rekenmachine - Pen
Planning vandaag:
- Herhaling 7.1
- Uitleg 7.2
- Opdrachten maken 7.1
*LessonUp's staan in ELO
Slide 1 - Slide
Check 7.1 ✅
Wat is internationale handel?
Waarom we importeren?
Waarom we exporteren?
Wat is het verschil tussen een open en een gesloten economie?
Wat is vreemd geld?
Slide 2 - Slide
Paragraaf 7.2
Nederland en de EU?
Slide 3 - Slide
Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
Wat de Europese Unie is en wat de EU voor de economie betekent
Hoe landen hun eigen bedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie
Wat het belang van vrijhandel is voor Nederland
Welke voordelen de euro voor ons heeft
Slide 4 - Slide
Leerdoel 1
Europa
Slide 5 - Slide
7.2 Wat doet de Europese Unie?
Europese Unie:
27 landen die samenwerken op economisch gebied
Een van de doelen van de EU: handel tussen de lidstaten eenvoudig en soepel laten verlopen.
Slide 6 - Slide
7.2 Wat doet de Europese Unie?
Geen binnengrenzen, wel buitengrenzen:
Europa wil zorgen voor productie en werkgelegenheid binnen de eigen grenzen
Beschermen van eigen grenzen tegen concurrentie van buiten Europa
Protectiemaatregelen worden ingezet
Slide 7 - Slide
7.2 Wat doet de Europese Unie?
Vrij verkeer van:
Vrij verkeer van goederen en diensten
Vrij verkeer van personen
Vrij verkeer van kapitaal (Dit omvat zowel investeringen, leningen als andere financiële transacties)
Slide 8 - Slide
Europese Unie
Een groot aantal Europese landen samen (27 landen)
De landen van de EU hebben regels opgesteld om de handel tussen de lidstaten eenvoudig en soepel laten verlopen
Slide 9 - Slide
Leerdoel 2
Handel beschermen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Protectie
Landen kunnen maatregelen nemen om bedrijven in het eigen land te beschermen tegen concurrentie tegen andere landen
Voorbeeld: importheffingen/invoerrechten
Een belasting die je aan de grens betaalt op producten die je invoert. Hierdoor worden de buitenlandse producten, hier in Nederland duurder wordt.
Mesen kopen dan sneller een product uit eigen land.
Slide 12 - Slide
Leerdoel 3
Vrijhandel
Slide 13 - Slide
Vrijhandel
Bij de handel met elkaar hoeven bedrijven in de EU geen invoerrechten te betalen. Er is vrijhandel tussen alle landen van de EU.
Door vrijhandel is de import goedkoper. Bedrijven (landen) gaan dan meer in andere landen verkopen
Slide 14 - Slide
Leerdoel 4
Voordelen van de € euro
Slide 15 - Slide
€€ Eurozone €€
Binnen de EU hebben twintig landen de euro als munteenheid. Deze landen vormen de eurozone.
Voordelen van een gezamenlijke munt:
Prijzen in verschillende landen kun je gemakkelijker met elkaar vergelijken
Je hoeft geen vreemd geld om te wisselen en geen wisselkosten te betalen
Je hebt geen last van een verandering van de wisselkoers.
Slide 16 - Slide
Check 7.2 ✅
Wat doet de Europese Unie?
Hoe beschermen we onze handel?
Waarom is vrijhandel belangrijk voor ons?
Noem een voorbeeld van maatregel die ervoor zorgt dat bedrijven in de EU wordt beschermd tegen buitenlandse bedrijven?
Welke voordeel heeft de euro?
Slide 17 - Slide
Aan de slag met 7.2
✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten op blz. 218
5, 6, 7, 8, 10, 14
👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
🗣️ Graag rustig praten
Vragen?
Steek je hand op, ik kom eraan!
Slide 18 - Slide
Extra uitleg
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Extra oefenopdrachten
Slide 22 - Slide
WEL Europa
NIET Europa
Noorwegen
Nederland
Zwitserland
Italië
Verenigd Koninkrijk
Denemarken
Turkije
Oekraïne
Slide 23 - Drag question
In alle landen die lid zijn van de EU kun je gewoon met de € betalen.
A
Eens
B
Oneens
Slide 24 - Quiz
Tussen de EU-landen zijn eigenlijk geen grenzen meer
A
Eens
B
Oneens
Slide 25 - Quiz
De Europese Unie heeft meer inwoners dan de VS.
A
Eens
B
Oneens
Slide 26 - Quiz
Mensen uit andere EU-landen moeten een speciale vergunning aanvragen om hier te komen werken.
A
Eens
B
Oneens
Slide 27 - Quiz
Een voorbeeld van een land in Europa dat geen lid is van de Europese Unie
A
Luxemburg
B
Denemarken
C
Oostenrijk
D
Zwitserland
Slide 28 - Quiz
Wat zijn invoerrechten?
A
Het recht om producten uit het buitenland in te voeren
B
Een subsidie die je van de EU krijgt om producten mee in te voeren
C
Belasting die je aan de grens betaalt om producten in te voeren
D
Het recht van andere landen om producten uit ons land in te voeren
Slide 29 - Quiz
Alle landen in de EU hebben de euro als munteenheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Jij wilt nieuwe sneakers kopen. Dat kan online. Bij een Nederlandse webshop kosten die sneakers 130 euro. Bij een Britse webshop kosten ze 120 pond. De wisselkoers is op dit moment 1,13 euro / pond. Waar ben je goedkoper uit?