Voor welke twee waarnemingen gelden speciale regels
A
Ruiken
B
Zien
C
Proeven
D
Voelen
1 / 45
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Voor welke twee waarnemingen gelden speciale regels
A
Ruiken
B
Zien
C
Proeven
D
Voelen
Slide 1 - Quiz
Waarom doe je onderzoek?
A
Om iets te ontdekken
B
Om iets te maken
C
Om iets van buiten te leren
D
Om iets terug te vinden
Slide 2 - Quiz
A
1-2-3
B
3-1-2
C
3-2-1
D
1-3-2
Slide 3 - Quiz
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Brandbaarheid
Slide 4 - Quiz
A
Kleur
B
Toepassing
C
Smaak
D
Geur
Slide 5 - Quiz
A
Op je huid krijgt
B
Met andere stoffen mengt
C
Bij vuur houdt
D
Inslikt
Slide 6 - Quiz
Als je thee zet, gebruik je water als oplosmiddel
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Oplossingen zijn altijd kleurloos (zoals water)
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Een suspensie ontmengt na verloop van tijd
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Een suspensie is helder, je kunt erdoorheen kijken.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Suspensies en oplossingen zijn zuivere stoffen
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
De meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
De volgende 3 vragen gaan over deze stelling:
Joran beschrijft een vloeistof. Hij zegt:' de vloeistof is bruin, je kunt erdoorheen kijken en je ziet allemaal bubbeltjes omhooggaan"
Slide 13 - Slide
De vloeistof is een...
A
mengsel
B
zuivere stof
Slide 14 - Quiz
De vloeistof is
A
helder
B
troebel
Slide 15 - Quiz
De vloeistof gaat ...
A
niet door een filter heen
B
wel door een filter heen
Slide 16 - Quiz
Jantien gaat muren van haar kamer verven. Ze gebruikt een emmer verf waarmee een half jaar geleden de kamer van haar broer is geverfd. De emmer is nog half vol. Kan Jantien meteen na het openen van de emmer gaan verven?
A
Ja, verf blijft altijd goed gemengd.
B
Ja, want verf is een oplossing
C
Nee, want de verf is ontmengd. Ze moet eerst goed roeren
D
Nee, want verf is een suspensie en die moet eerst ontmengen.
Slide 17 - Quiz
A
Ze hebben allebei gelijk
B
Ze hebben geen van beide gelijk
C
Alleen Marloes heeft gelijk
D
Alleen Marieke heeft gelijk
Slide 18 - Quiz
De stoffen worden met heet water uit de koffie getrokken. Dat heet ...
Slide 19 - Open question
De stoffen die niet in water oplossen, blijven achter in het ...
Slide 20 - Open question
De verse koffie in de koffiepot noem je het ...
Slide 21 - Open question
De vieze koffieprut in het filter noem je het
Slide 22 - Open question
Sleep de suspensies naar het rode blok...
suspensies
Slide 23 - Drag question
Slide 24 - Drag question
1kg = ...
A
10 gram
B
100 gram
C
1 000 gram
D
10 000 gram
Slide 25 - Quiz
Reken om 400 gram naar kg
Slide 26 - Open question
Reken om 4,35 ton naar kg
Slide 27 - Open question
Reken om 45 300 mg naar gram
Slide 28 - Open question
Reken om 500 kg naar gram
Slide 29 - Open question
De ruimte die een hoeveelheid vloeistof inneemt, noem je:
A
het gewicht
B
de massa
C
het volume
Slide 30 - Quiz
1L is:
A
10 mL
B
100 mL
C
1 000 mL
D
10 000 mL
Slide 31 - Quiz
Bij vaste stoffen gebruik je niet de eenheid 'liter' (L) maar 'kubieke decimeter' . =
(dm3)
1dm3
A
0,1 L
B
1 L
C
10 L
D
100 L
Slide 32 - Quiz
is:
1000cm3
A
0,1dm3
B
1dm3
C
10dm3
D
100dm3
Slide 33 - Quiz
300 kubieke dm naar liter
Slide 34 - Open question
56 ml naar kubieke dm
Slide 35 - Open question
4 500 mL naar L
Slide 36 - Open question
40 a
Slide 37 - Open question
20b
Slide 38 - Open question
20 C
Slide 39 - Open question
Antwoord met uitwerking op de volgende dia graag
Slide 40 - Slide
Type hier je uitwerking op de vorige vraag.
Slide 41 - Open question
Reken om... 5 ton = ? kg
A
5
B
50
C
500
D
5000
Slide 42 - Quiz
Reken om... 30 ml = ? dm
3
A
30 000
B
30
C
0,03
D
0,003
Slide 43 - Quiz
Volume van een balk met de afmetingen 2 bij 3 bij 4 cm