Les 6.6 16 mei

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

 Today

• Choose:

       -  Discuss PW unit 5

       -  Study irregular verbs
 

• Check homework exercises

• Play Quizlet about irregular verbs

Discuss PW unit 5

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

1. Mijn vriend verdient een extra kans, of niet?

   My friend deserves an extra chance, doesn’t he?

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

2. Helaas(=unfortunately) konden veel fans ons gisteren niet

     aanmoedigen.

     Unfortunately many fans couldn’t cheer us on yesterday.

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

3. Heb jij enig idee wat de beste telefoon is?

    Do you have any idea what the best phone is?

    (Have you got any idea... = ook goed)

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

4. Waarom gebruiken de auto’s van zijn ouders vaak veel
     benzine(=petrol)?

   Why do his parents’ cars often use much petrol?

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

5. Weinig mensen keken gisteren naar die lange wedstrijd.

    Few people watched that long match/game yesterday.

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

6. Mevrouw Janssen geeft haar katten vaak wat traktaties als ze
     lief(=good) zijn.

   Miss Janssen often gives her cats some treats when they
   are good.

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

7.  Hielpen de tips van Iris? Ja, ik was er erg blij mee.

    Did Iris’s tips help? Yes, I was very happy with them.

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

8. Was je niet bang toen je die hond zag? Ja, ik probeerde om(=to)
     weg te rennen!

   
     Weren’t you afraid/scared when you saw that dog?
     Yes, I tried to run away.

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

9. Hij gaat morgen niet deelnemen aan(=in) dat toernooi omdat
     hij weinig tijd heeft.

    He isn’t going to take part in that tournament tomorrow
    because he has little time.

  

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

10. Karin reisde(=travel) nooit zonder haar vrienden, toch?

    Karin never travelled without her friends, did she?

  

Check homework 

Exercise 2A

GB page 18

Check homework 

Exercise 16 & 17

page 56-58