Taal thema 7, les 6

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Welk woord hoort bij nummer 1 in de afbeelding?

1. figuratief
2. aansporen
3. bevooroordeeld
4. interpreteren

Welk woord hoort bij nummer 2 in de afbeelding?

1. abstract
2. aansporen
3. bevooroordeeld
4. interpreteren

Welk woord hoort bij nummer 3 in de afbeelding?

1. figuratief
2. abstract
3. interpreteren
4. aansporen

Welk woord hoort bij nummer 4 in de afbeelding?

1. aansporen
2. interpreteren
3. figuratief
4. abstract

Welk woord hoort bij nummer 5 in de afbeelding?

1. figuratief
2. aansporen
3. interpreteren
4. bevooroordeeld

Welk woord past op de lege plek:
Lars dacht na. Zijn.... brein was hard aan het werk.

Welk woord past op de lege plek:
Hij probeerde open en .... naar zijn kunstwerk te kijken.

Welk woord past op de lege plek:
.... het wel genoeg ....? vroeg hij zich af.

Welk woord past op de lege plek:
De mensen moeten gelijk, .... kunnen zien wat het voorstelt.

Welk woord past op de lege plek:
Ik haal mijn vriend Sjoerd erbij, denkt hij. Die kan het eens .....

Welk woord past op de lege plek:
Lars is ... heel benieuwd naar wat Sjoerd vindt van het gezicht van het standbeeld.

Welk woord past op de lege plek:
Misschien .... Sjoerd hem wel .... om er nog meer aan te werken.

Welk woord past op de lege plek:
Het moet echt goed zijn, want volgende week is de .... onthulling!