klas 2 toets voorbereiding

klas 2 toets voorbereiding
je maakt de les zonder je boek erbij 

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

klas 2 toets voorbereiding
je maakt de les zonder je boek erbij 

Slide 1 - Slide

welke werkwoorden moet je
uit je hoofd kennen? Noteer
hier 7 onregelmatige werkwoorden

Slide 2 - Open question

vous allez =
A
jullie zijn
B
jullie kunnen
C
ik ga
D
u gaat

Slide 3 - Quiz

elle prend une glace
A
zij nemen een ijsje
B
zij neemt een cola
C
zij wil een ijsje
D
zij neemt een ijsje

Slide 4 - Quiz

wij zijn in Assen

Slide 5 - Open question

elle ne fait rien
A
zij doet niet mee
B
zij doen niets
C
zij doet niets
D
zij heeft niets gedaan

Slide 6 - Quiz

jij mag naar de wc gaan

Slide 7 - Open question

Ils ont été en France
A
zij zijn in Frankrijk geweest
B
zij zijn in Frankrijk
C
zij hebben geweest in Frankrijk
D
zij gaan naar Frankrijk

Slide 8 - Quiz

noteer alle vormen van
Vouloir

Slide 9 - Mind map

ik wil
A
je peux
B
je veut
C
je vais
D
je veux

Slide 10 - Quiz

ik heb gewild
A
je voulu
B
j'ai pu
C
j'ai voulu
D
j'ai fait

Slide 11 - Quiz

hoe eindigt een regelmatig werkwoord in de passé composé?

Slide 12 - Open question

noteer alle vormen
van Pouvoir

Slide 13 - Mind map

tu peux aller aux toilettes
A
jij mag naar de douche
B
jij mag naar de wc
C
jij kunt naar de wc gaan
D
ik wil graag naar de wc

Slide 14 - Quiz

jullie nemen een thee
A
nous prenons un café
B
vous voulez un thé
C
vous prenez un thé
D
vous pouvez un thé

Slide 15 - Quiz

alle vormen van
Etre noteren

Slide 16 - Mind map

welk werkwoord is voor jou nog
lastig als rijtje ?

Slide 17 - Open question

elle .... ...... un cadeau à son père
A
as donné
B
a regardé
C
a donné
D
ont donné

Slide 18 - Quiz

wat weet je over de passé
composé te vertellen?

Slide 19 - Open question

alle vormen van
prendre noteren

Slide 20 - Mind map

Ils ..... ...... les devoirs
A
a fait
B
ont donné
C
ont pu
D
ont fait

Slide 21 - Quiz

Vous ..... ....... une banane
A
avez mangez
B
avez mange
C
avez manger
D
avez mangé

Slide 22 - Quiz

een werkwoord op - er
heeft een gemakkelijke passé composé. Waarom?

Slide 23 - Open question

alle vormen van
donner noteren

Slide 24 - Mind map

Combineer de vertaling met elkaar
we hebben
we gaan
we zijn
we doen/maken
On va
On est
On a
On fait

Slide 25 - Drag question

danser
dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Werkwoorden op -ER. Sleep de persoonsvormen van het werkwoord naar de juiste persoon.
danse
dansent
dansons
danse
danses
dansez

Slide 26 - Drag question

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'aller' in de goede volgorde.
aller
il, elle, on va
nous allons
tu vas
vous allez
ils vont
je vais

Slide 27 - Drag question




Als je iets nog niet helemaal begrijpt kom dan naar de docent toe . 

Heb je geen vragen ga dan oefenen op VERBUGA.EU
De toets is op donderdag  19 juni  : werkwoorden en leesvaardigheid . Werkwoorden N/F en  F/N  leren 

Slide 28 - Slide