H 9 Hoeken 2021 (hsm)

Hoofdstuk 9 
Meten en Redeneren
1 / 49
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9 
Meten en Redeneren

Slide 1 - Slide

De evenwijdige lijnen zijn (meerdere antwoorden mogelijk)
A
c en d
B
a en b
C
c en e
D
d en e

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Heel belangrijk! blz 59

Slide 7 - Slide

Een vlieger is lijn symmetrisch
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Een vlieger kun je "vouwen", zodat de ene kant precies op de andere valt. Dit heet lijn- of spiegelsymmetrisch.

Slide 9 - Slide

Een parallellogram is lijnsymmetrisch
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Een parallellogram kun je niet precies op elkaar vouwen.

Slide 11 - Slide

Hoeveel symmetrieassen heeft deze ruit?

Slide 12 - Open question

Een ruit heeft 2 symmetrie-assen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

hoe bereken je de oppervlakte van een parallellogram?

Slide 17 - Slide

stappenplan
  1. kies een zijde
  2. kies de hoogte die daarbij hoort (let op deze staat loodrecht op de zijde!)
  3. bereken de oppervlakte van de parallellogram (schrijf eerste de formule op!)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

formule parallellogram
oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte
let goed op wat de zijde is en wat de bijbehorende hoogte is!

Slide 20 - Slide

Hoe bereken je de oppervlakte van een driehoek?

Slide 21 - Slide

3 zijden en hoogtes
iedere zijde (z
heeft een bijbehorende hoogte (h)

let op, de zijde en de bijbehorende 
hoogte staan altijd loodrecht op elkaar
 z
 z
 z
 h
 h
 h

Slide 22 - Slide

Uitleg oppervlakte driehoek
Zijde = 4 cm
Hoogte = 3 cm
Opp = 4 x 3 : 2

Slide 23 - Slide

Bereken de oppervlakte
van driehoek EFG
A
24 x 20 : 2
B
24 x 2 : 2
C
1/2 x 24 x 20
D
1/2 x 24 x 2

Slide 24 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van driehoek ABC
A
8 x 6
B
1/2 x 8 x 6
C
8 x 6 : 2
D
6 x 8

Slide 25 - Quiz

Bereken de
oppervlakte
van deze driehoek
A
35 m²
B
17,5 cm²
C
17,5 m²
D
49 m²

Slide 26 - Quiz

Bereken de oppervlakte van
parallellogram ABCD.
A
4 x 35
B
40 x 35
C
35 x 40
D
35 x 4

Slide 27 - Quiz

Oppervlakte is?

A
800 mm2
B
1008 mm2
C
800 cm2
D
1008cm2

Slide 28 - Quiz

Gestrekte hoek
Driehoek som
Volle hoek
180 º
360  º

Slide 29 - Drag question

Volle hoek met overstaande hoeken

Slide 30 - Slide

Gestrekte hoek samen 180º
Hoek A1 = 180-70=110 graden

Slide 31 - Slide

F-Hoek
b.v. A2 en B2
Z-hoek
b.v. A1 en B2
overstaande hoek
b.v. B1 en B2

Slide 32 - Slide

Hoe schrijf je dat dan op?

(gebruik i.p.v. "hoek" het symbool voor "hoek" : ∠ 
∠ A1 = ∠ A2 (overstaande hoek)
∠ A1 = ∠ B1 (F-Hoek)
∠ A2= ∠ B2 (F-hoek)
Weet je hoe groot de hoek is in graden dan moet je ook nog het antwoord erbij schijven
∠ A2= ∠ B2 = 70 graden (F-hoek)

Slide 33 - Slide

9-5 hoeken berekenen

Slide 34 - Slide

Hoe groot is de onbekende hoek?
A
80
B
70
C
60
D
50

Slide 35 - Quiz

Hoe groot is de onbekende hoek?
A
80
B
70
C
60
D
50

Slide 36 - Quiz

Hoe groot is de onbekende hoek?
A
30
B
35
C
40
D
45

Slide 37 - Quiz

Hoe groot is de onbekende hoek?
A
55
B
65

Slide 38 - Quiz

Welke hoek is even ook 75 graden?
A
x
B
y

Slide 39 - Quiz

Hoe groot is ∠ P
A
45
B
50
C
75
D
85

Slide 40 - Quiz

∠ P = 180-85-50=45º 

Slide 41 - Slide

Hoe groot is ∠ S 1
en waarom? (f/z/etc)

Slide 42 - Open question

∠ Q = ∠ T 1 = 85 º (F-hoek)

Slide 43 - Slide

∠ A 2 = ∠ ??

Slide 44 - Slide

∠A 2 = ∠ E 2 (Z-hoek)

Slide 45 - Slide

∠ E3 = 180 - E2 - E1 = 92º (gestrekte hoek)

Slide 46 - Slide

Leg uit, welke hoek is even groot als ∠ Q?

Slide 47 - Open question

Welke hoek is gelijk aan ∠ A2? leg uit.

Slide 48 - Open question

Bereken ∠ E 3

Slide 49 - Open question