HP p3 lesweek 1 paragraaf 7.1 - 7.2

Welkom
Lesweek 1
Rekenen hst 7.1 - 7.2 
Breuken
1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Welkom
Lesweek 1
Rekenen hst 7.1 - 7.2 
Breuken

Slide 1 - Slide

Digitaal/op afstand

Slide 2 - Slide

Spelregels 
Spelregels 
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
Er mag NIET gegeten worden in het lokaal
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. Is de deur van het lokaal dicht...... dan mag je er niet meer in
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 7   Breuken
7.1   breuken verkennen
7.2   breuken vergelijken
7.3   optellen en aftrekken
7.4   vermenigvuldigen
7.5   breuken en decimale getallen
7.6  gemengde opdrachten

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

- Je leert wat breuken zijn
- Je leert breuken herkennen
- Je leert breuken ordenen, vergelijken en op een getallenlijn plaatsen

Slide 5 - Slide

Breuken
Breuken

Slide 6 - Slide

Waar kom je breuken tegen?
Deel - geheel : 2/3 van de pizza
- Deel van een hoeveelheid: kwart van de aanwezigen
- Maat: halve kilo suiker; 1/4 liter melk
- Eerlijk delen : 2 pizza's delen met z'n drieën
- Verhouding: 9 van de 10 studenten woont nog thuis
- Getal om mee te reken: 1/3 + 1/4 =

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

  • In hoeveel stukken is het voorwerp verdeeld? (noemer)

  • Hoeveel stukjes zijn gekleurd/ weg? (teller)

Slide 9 - Slide

Wat hoort er niet bij?


Kies een breuk uit die er niet bij hoort.

Leg uit waarom deze breuk er niet bij hoort.

Er zijn verschillende antwoorden mogelijk

Slide 10 - Slide


Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Breuken optellen en aftrekken
Bij het optellen en aftrekken van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden..

Slide 13 - Slide

Breuken vereenvoudigen

Een breuk VEREENVOUDIGEN betekent dat je een breuk zo makkelijk mogelijk op gaat schrijven.

Hoe kleiner de NOEMER, hoe minder (breuken) stukjes heb je....

Dit doe je door de TELLER en de NOEMER door hetzelfde getal te DELEN.

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

(naam)
(hoeveelheid)

Deelstreep

(Delen door)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Breuken  (gelijkwaardig)

Slide 18 - Slide

Breuken vereenvoudigen

Gelijkwaardige breuken

Slide 19 - Slide

GELIJKNAMIGE BREUKEN
GELIJKNAMIGE BREUKEN zijn breuken met dezelfde NOEMER:

Je kunt deze gelijknamige breuken bij elkaar 
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.              

De NOEMER blijft altijd gelijk!



Slide 20 - Slide

Ongelijknamige breuk
Als de noemer niet hetzelfde is, is het een ONGELIJKNAMIGE breuk.




Je moet dus eerst de breuk
GELIJKNAMIG maken
 (de NOEMERS
hetzelfde maken)

Slide 21 - Slide

Stap 1 - noemers vermenigvuldigen
                                         
                                                      


        x 4           x 8

3
1
8
4
3
1
32
32
..... (vermenigvuldig de noemers  8 x 4 = 32)
                                               De noemers worden dus 32.

Slide 22 - Slide

Stap 2 - tellers uitrekenen
We weten nu dat de nieuwe noemer 32 is.
Om de tellers uit te rekenen maak je kruislinks een keersom:
8 X 1 (groene pijlen)
4 X 3 (blauwe pijlen)
12
8
32
32
3
1
8
4

Slide 23 - Slide

Stap 3 - som uitrekenen
                                         We maken van deze breuk een plussom:
12
8
32
32
12
+
8
= 20
5
32
+
32
= 32
8
Vereenvoudig de breuk zover mogelijk:
Beide getallen zijn deelbaar door 4

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Zijn er nog vragen?
VRAGEN?

Slide 27 - Slide

Deze week
- Maken paragraaf 7.1  7.2 en 7.3
Vragen ?Noteer ze en stel ze de volgende les

Slide 28 - Slide

Tot volgende les!

Slide 29 - Slide