31 - 1HVD - Grammatica








:)





Planning van dit uur:


Planning van volgende uur

Aan het einde van deze les

WELKOM 1D :)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson








:)





Planning van dit uur:


Planning van volgende uur

Aan het einde van deze les

WELKOM 1D :)

Slide 1 - Slide

Even opfrissen
  • het werkwoordelijk gezegde
  • het onderwerp van de zin

Slide 2 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin + 
  • Splitsbare werkwoorden (omspoelen - ik spoel het glas om)
  • 'Aan het' (ik ben aan het fietsen
  • 'Te' (ik zit te gamen

Slide 3 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?

1. Onderwerpsproef - verander de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud. Welk woord verandert er mee? 
De olifant rent --> De olifanten rennen

2. Vraagzin maken - wie/wat + gezegde?
De olifant rent --> Wie rent? De olifant. 

Slide 4 - Slide

Dit was de herhaling.
Nu de nieuwe stof! 

Slide 5 - Slide

Het onderwerp is de 'hoofdrolspeler' van de zin. Het onderwerp 'doet' of 'is' iets.
   

De olifant loopt. De man koopt een boek. Het boek ligt op tafel. De boerderij staat in Afrika. De vrouw is oud. De leerling snapt dit. De hond ligt lekker te slapen. Het weer is goed. 

Slide 6 - Slide

En dan nu: het lijdend voorwerp.
Niet de hoofdpersoon dus (dat is het onderwerp al). 

Maar wat dan wel? 

Slide 7 - Slide

Wat is lijden?

Slide 8 - Open question

Als je ergens onder lijdt, heb je daarover niks te zeggen. 
Je ondergaat het. 

Je hebt niks in te brengen.



Het lijdend voorwerp in de zin heeft ook niks in te brengen. 

Slide 9 - Slide

Hij repareert zijn fiets.
Hij = onderwerp
zijn fiets = lijdend voorwerp

De fiets heeft niets in te brengen, die wordt gerepareerd, of hij dat nu wil of niet! 

Slide 10 - Slide

Mijn ouders kopen een huis.
Mijn ouders = onderwerp
een huis = lijdend voorwerp

Het huis heeft niets in te brengen, die wordt gekocht, of hij dat nu wil of niet! 

Slide 11 - Slide

Ik geef jou een compliment.
Ik = onderwerp
een compliment = lijdend voorwerp

Het compliment heeft niets in te brengen, die wordt gegeven, of hij dat nu wil of niet! 

Slide 12 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp? 
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 

Slide 13 - Slide

De jongen pakt de laptop.
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 


Slide 14 - Slide

De jongen pakt de laptop.

Wat is het onderwerp?

Slide 15 - Open question

De jongen pakt de laptop.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 16 - Open question

De jongen pakt de laptop.
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 

Wie/wat pakt de jongen? 
Wat pakt de jongen?

Slide 17 - Slide

De jongen pakt de laptop.
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 

Wie/wat pakt de jongen? 
Wat pakt de jongen?

De jongen pakt de laptop.

Slide 18 - Slide

Na de koude nieuwjaarsduik pakte Ron gelijk zijn handdoek uit zijn tas. 
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 




Slide 19 - Slide

Na de koude nieuwjaarsduik pakte Ron gelijk zijn handdoek uit zijn tas. 
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 

Wie/wat pakte Ron? 
Wat pakte Ron?


Slide 20 - Slide

Na de koude nieuwjaarsduik pakte Ron gelijk zijn handdoek uit zijn tas. 
Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp? 

Wie/wat pakte Ron? 
Wat pakte Ron?

Ron pakte zijn handdoek.

Slide 21 - Slide

En dan nog iets
Het lijdend voorwerp komt voor in zinnen met werkwoorden waar je 'iets' of 'iemand' voor kunt zetten: 

iemand feliciteren, iets zoeken

Slide 22 - Slide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de eerste opdrachten.  
Klaar

Slide 23 - Slide

                   Samenwerken
timer
7:00
Wat
Hoe
In viertallen / vijftallen 
Hulp
Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd
Uitkomst
Klaar

Slide 24 - Slide

Stillezen
Wat: Lees in stilte in je leesboek
Hoe: Individueel
Hulp: Geen
Tijd: Tot het einde van de les 

Slide 25 - Slide

Samenvatting van de les
Jij kunt nu


Huiswerk 

GEBED
Vul de Exit Ticket in - daarna mag je je tas inpakken.

Slide 26 - Slide