This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Examentraining
Engels
Leesteksten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Stappenplan
Houd de tijd in de gaten.
Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
Wat weet je al van het onderwerp?
Lees de hele tekst door.
Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
Lees alinea voor alinea - examenvragen.
Let op de eerste en laatste zin van de alinea.
Bevatten deze een aanwijzing?
Wat is jouw eigen antwoord?
Kies het antwoord wat het dichtste bij jouw eigen antwoord ligt.
Open vragen kort en bondig beantwoorden.
Slide 3 - Slide
Let op: beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. Als je in het Engels antwoordt, levert dat 0 punten op.
Slide 4 - Slide
Bij welke strategie lees je de hele tekst nauwkeurig?
A
Intensief lezen
B
Scannen/Skimmend
C
Begrijpend
D
Zoekend
Slide 5 - Quiz
Globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
tekst helemaal lezen
tekst goed begrijpen
specifieke informatie vinden
vinden van hoofdzaken
Slide 6 - Drag question
Skimmen
Scannen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie.
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt
Slide 7 - Drag question
Examentekst
How to make the most of rubbish
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat kun je afleiden uit de titel? (vertaling, waar gaat de tekst over)
Slide 10 - Open question
Wat zie je op de illustratie? En wat staat eronder?
Slide 11 - Open question
Wat voor soort tekst is het?
Slide 12 - Open question
Skimmen
Skim de eerste en laatste alinea van de tekst om je indruk van de inhoud van de tekst uit te breiden.
Slide 13 - Slide
Wat is de functie van de eerste alinea?
A
Hier wordt het probleem geschetst
B
Dit is een korte samenvatting van de tekst
C
Hier wordt de hoofdgedachte van de tekst omschreven
D
Hier wordt een mogelijke oplossing aangegeven
Slide 14 - Quiz
Wat is de functie van de laatste alinea?
A
Dit is een samenvatting van de tekst
B
Hier wordt nog een laatste voorbeeld gegeven
C
Hier wordt een conclusie getrokken
D
Hier wordt de oplossing van het probleem beschreven
Slide 15 - Quiz
Lees alinea 1. Wat is een synoniem voor het woord 'rubbish'?
Slide 16 - Open question
Welk synoniem voor 'people's well-being' staat er in alinea 1?
Slide 17 - Open question
In welke zin van alinea 1 staat volgens jou het antwoord op vraag 1? ( 1e 2 woorden ... laatste 2 woorden)
Slide 18 - Open question
16. Which of the following is said in paragraph 1? The present situation in Bali
A
is causing major traffic problems on the island
B
is putting people's well-being and income at risk
C
is the result of floods and unforeseen high tides
D
will improve only if local people take action
Slide 19 - Quiz
Welk synoniem voor 'learning more about' staat er in alinea 2?
Slide 20 - Open question
Welk synoniem voor 'green issues' staat er in alinea 2?
Slide 21 - Open question
In welke zin van alinea 2 staat volgens jou het antwoord op vraag 2? (1e 2 woorden ... laatste 2 woorden)
Slide 22 - Open question
17. What becomes clear from paragraph 2?
A
Many tourists do not realise how much garbage they leave behind on the island
B
Other countries in the region have better ways of disposing of their waste
C
The local inhabitants are fed up with the present political situation
D
The writer went to Bali with the purpose of learning more about the green issues
Slide 23 - Quiz
Lees alinea 3 18. Which of the following characterises the work described in paragraph 3?
A
It is dirty but challenging
B
It is inefficient but cheap
C
It is simple but risky
D
It is tough but effective
Slide 24 - Quiz
Welke zin in alinea 3 geeft aan dat het werk 'tough' (zwaar) is?
Slide 25 - Open question
Welke zin(nen) in alinea 3 geeft aan dat het werk 'effective' (effectief) is?
Slide 26 - Open question
Lees alinea 4 Waarom begon Yuyun Ismawati een afvalverwerkingsbedrijf?
A
Ze ontwierp watervoorzienings systemen
B
Ze kon geen ander werk vinden
C
Ze wilde liever met arme mensen werken
D
Niemand anders wilde het doen (aanraken)
Slide 27 - Quiz
Lees alinea 4 19. Welke bewering is in overeenstemming met de inhoud?
A
Yuyun Ismawati begon een afvalverwerkingsbedrijf, omdat ze geen ander werk kon vinden
B
De boer die eerst betaalde voor afval, krijgt er nu geld voor
C
Het project van Yuyun is erop gericht om toeristen bewuster te maken van het milieu
D
De hotels moeten afval dat niet hergebruikt kan worden, zelf verwerken
Slide 28 - Quiz
In welke stukjes tekst van alinea 4 vind je bewering 2?
Slide 29 - Open question
Wat heeft jou deze les geholpen om tot de juiste antwoorden te komen?
Slide 30 - Mind map
Tips
- Let op synoniemen (=woordenschat!)
- Als je niet weet waar je antwoord staat (in de tekst) dan is het (vaak) niet het goede antwoord