TopTaal A0A1 23 september 2021

Wat gaan we vandaag doen?

- de woordjes van 5.3 oefenen
- het bezittelijk voornaamwoord
- wat is er in, en rond, het huis?
- voltooide tijd herhalen
- LINK thema 5, deel 4


1 / 54
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

- de woordjes van 5.3 oefenen
- het bezittelijk voornaamwoord
- wat is er in, en rond, het huis?
- voltooide tijd herhalen
- LINK thema 5, deel 4


Slide 1 - Slide



LINK thema 5, de woordjes van deel 3

Slide 2 - Slide

Ik kan pas slapen als de kamer ...................... is.
A
jou
B
zon
C
trouwens
D
donker

Slide 3 - Quiz

De .................. is mijn lievelingsseizoen.
A
maandag
B
zomer
C
stoep
D
nummer

Slide 4 - Quiz

Daan is de ................. vergeten. Nu kan hij niet naar binnen!
A
sleutel
B
tafel
C
idee
D
raam

Slide 5 - Quiz

De ...................... is direct onder het dak.
A
nummer
B
laptop
C
zolder
D
flat

Slide 6 - Quiz

Ik heb een bureau voor ................. nodig.
A
mezelf
B
alleen
C
waarom
D
twijfelen

Slide 7 - Quiz

Barbara kwam ................ op tijd binnen. Ze was bijna te laat.
A
jou
B
blauw
C
het idee
D
net

Slide 8 - Quiz

We willen niet déze tafel, maar de tafel .................., verderop.
A
delen
B
alle
C
daar
D
druk

Slide 9 - Quiz

Een .......................... is een woning in een groot gebouw.
A
centrum
B
appartement
C
woonkamer
D
tuin

Slide 10 - Quiz

De drie studenten .................... samen één woning.
A
hoog
B
delen
C
het licht
D
een raam

Slide 11 - Quiz

Als je met de trap naar beneden gaat kom je in de ..................
A
zolder
B
kelder
C
idee
D
zon

Slide 12 - Quiz

Gaat Pauline .................... nog naar het feest?
A
hoeveel
B
liefst
C
rustig
D
trouwens

Slide 13 - Quiz



Een dictee

Slide 14 - Slide

Hoe schrijf je..........?

Slide 15 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 16 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 17 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 18 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 19 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 20 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 21 - Open question

Hoe schrijf je..........?

Slide 22 - Open question

Tekst

Slide 23 - Slide

Paula en Don hebben een dochter. Het is ................... dochter
A
zij
B
zijn
C
hun
D
ons

Slide 24 - Quiz

Mijn moeder en ik delen ................. geheimen.
A
jij
B
wij
C
onze
D
zij

Slide 25 - Quiz

Het zijn jouw kippen. De kippen zijn van ....................
A
jouw
B
jou
C
jij
D
je

Slide 26 - Quiz

Zij hebben een probleem. Het is .............. probleem.
A
haar
B
jullie
C
mij
D
hun

Slide 27 - Quiz

Mijn tante heeft twee zonen. .................. zijn mijn neven.
A
Hun
B
Zij
C
Haar
D
Onze

Slide 28 - Quiz

U hebt een horloge. Het is ..................... horloge.
A
u
B
jou
C
uw
D
zijn

Slide 29 - Quiz

.................... hebben drie fietsen. Het zijn onze fietsen.
A
Wij
B
Ik
C
Haar
D
Jouw

Slide 30 - Quiz

Ted heeft een tuin. De tuin is van ......................
A
zijn
B
haar
C
ons
D
hem

Slide 31 - Quiz

Deze vrouw woont naast u. Ze is ..................... buurvrouw.
A
jullie
B
uw
C
u
D
je

Slide 32 - Quiz

................... heb een klein huis. Het huis is van mij.
A
Ons
B
Ik
C
Jij
D
Hen

Slide 33 - Quiz

Sjoerd en Vivian hebben een auto. De auto is van ..................
A
wij
B
hun
C
ons
D
hen

Slide 34 - Quiz

Mijn oma gebruikt medicijnen. Het zijn .................. medicijnen.
A
haar
B
zij
C
jou
D
uw

Slide 35 - Quiz



Hebben en zijn

Slide 36 - Slide

Paul kan niet naar school. Hij ....................... corona

Slide 37 - Open question

............... jij kaartjes voor het concert van 50 Cent?

Slide 38 - Open question

Het ................... nog lang geen kerstmis.

Slide 39 - Open question

De cursisten .................... erg moe.

Slide 40 - Open question

Jan-Willem ................... mooi rood haar.

Slide 41 - Open question

Deze jongens .................... de beste voetballers van de club.

Slide 42 - Open question

Kleine potjes ................... grote oren.

Slide 43 - Open question

Jij ................... aardig en ook slim.

Slide 44 - Open question



Weer even opfrissen.....
De voltooide tijd

Slide 45 - Slide

Heb jij vroeger in Delft ......................? (wonen)

Slide 46 - Open question

Wat hebben jullie in het weekend .................? (doen)

Slide 47 - Open question

Linde heeft brood en kaas ................ (kopen)

Slide 48 - Open question

Madame Curie heeft veel ..................... tijdens haar carrière. (ontdekken)

Slide 49 - Open question

Deze zomer zijn we naar Drievliet ..................... (zijn)

Slide 50 - Open question

Mijn vriendin en ik hebben de hele avond over katten .................... (praten)

Slide 51 - Open question

De oude dame heeft alles ....................... wat de dief tegen haar zei. (geloven)

Slide 52 - Open question

Mijn overgroot opa heeft Vincent van Gogh nog ......................... (kennen)

Slide 53 - Open question

Heeft iedereen een pannenkoek ..................? (hebben)

Slide 54 - Open question