4.2

4.2 kraakbeenweefsel en beenweefsel
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.2 kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 1 - Slide

Even herhalen

Slide 2 - Slide


Welke twee soorten botten zijn er?
A
platte beenderen
B
pijpbeenderen
C
hard beenderen
D
soft beenderen

Slide 3 - Quiz

Noem een functie van het skelet:

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
4.2.1 Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.
4.2.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 5 - Slide

Kalk en lijmstoffen
- In botten zitten kalkzouten en lijmstof. 
- Kalkzouten zijn hard. 
- Lijmstof is taai en kan buigen. 
- Kalkzout en lijmstof maken een bot stevig.

Slide 6 - Slide

weefsel
- Weefsel = groep cellen met dezelfde vorm en functie. 
- Twee weefsels voor stevigheid zijn beenweefsel en kraakbeenweefsel.



Slide 7 - Slide

beenweefsel
- De meeste botten bestaan voor het grootste deel uit beenweefsel.
- Beenweefsel is hard, heel stevig en bijna niet buigzaam.
- In beenweefsel zitten veel kalkzouten en weinig lijmstof.
- Langwerpige botcellen zijn met elkaar verbonden door veel uitlopers 


Slide 8 - Slide

Beenweefsel
Botcellen met uitlopers

Slide 9 - Slide

Kraakbeenweefsel
- In kraakbeenweefsel liggen kraakbeencellen en tussencelstof.
- In de tussencelstof zit heel veel lijmstof en weinig kalkzouten.
- Daardoor kan kraakbeen buigen. 
- De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeenweefsel. Een baby is daardoor lenig. Als een baby ouder wordt, verdwijnt veel van het kraakbeen.
-  In het lichaam van een volwassene zit kraakbeen bijvoorbeeld: in de oorschelp, in de neus, tussen de ribben en het borstbeen, tussen de wervels van de wervelkolom. 


Slide 10 - Slide

Kraakbeenweefsel.
 Een baby is nog lenig.

Slide 11 - Slide

Ouder worden
- Als mensen ouder worden, verandert het beenweefsel. 
- Er verdwijnt lijmstof en er komen kalkzouten bij. 
- Door de kalkzouten worden de botten harder. 
- De botten minder buigzaam. 
-Bij oudere mensen breken de botten daardoor sneller

Slide 12 - Slide

Maken
vanaf blz. 19
Opdracht 2, 4 en 5

Slide 13 - Slide