Thema 5 Stevigheid en beweging basisstof 2 kraakbeenweefsel en beenweefsel KB

Thema 5 Stevigheid en beweging basisstof 2 kraakbeenweefsel en beenweefsel.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5 Stevigheid en beweging basisstof 2 kraakbeenweefsel en beenweefsel.

Slide 1 - Slide

Wat is de functie van geel beenmerg?
A
Bloedcellen vormen
B
Opslaan van vet
C
Stevigheid geven
D
Vormgeven van het lichaam

Slide 2 - Quiz

In de afbeelding is een lengtedoorsnede van een bot schematisch getekend.

Wat is met deel 2 aangegeven?
A
Kraakbeen
B
Mergholte
C
Rood beenmerg
D
Geel beenmerg

Slide 3 - Quiz

Hiernaast zie je een skelet van een olifant. Hoe heet bot 3.

Slide 4 - Open question

Leerdoelen

5.2.1 Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.

5.2.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 5 - Slide

Samenstelling botten
In botten zitten kalkzouten en lijmstof. 
Kalkzouten zijn hard. 
Lijmstof is taai en kan buigen.

 Kalkzout en lijmstof maken een bot stevig.


Slide 6 - Slide

weefsels
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie.

Twee weefsels voor stevigheid zijn beenweefsel en kraakbeenweefsel.

Slide 7 - Slide

beenweefsel

De meeste botten bestaan voor het grootste deel uit beenweefsel.

Beenweefsel is hard, heel stevig en bijna niet buigzaam. In beenweefsel zitten veel kalkzouten en weinig lijmstof.

Slide 8 - Slide

beenweefsel
Langwerpige botcellen zijn met elkaar verbonden door veel uitlopers.

Slide 9 - Slide

kraakbeenweefsel
In kraakbeenweefsel liggen kraakbeencellen en tussencelstof.

In de tussencelstof zit heel veel lijmstof en weinig kalkzouten.

Slide 10 - Slide

baby
De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeenweefsel. 
Een baby is daardoor lenig.

Als een baby ouder wordt, verdwijnt veel van het kraakbeen. Er komt dan steeds meer beenweefsel voor in de plaats.

Slide 11 - Slide

ouder worden
Als mensen ouder worden, verandert het beenweefsel. 

Er verdwijnt lijmstof en er komen kalkzouten bij. 

Door de kalkzouten worden de botten harder. Doordat er lijmstof verdwijnt, worden de botten minder buigzaam.

Slide 12 - Slide

Kraakbeen
in het lichaam van een volwassene zit kraakbeen bijvoorbeeld:

• in de oorschelp
• in de neus
• tussen de ribben en het borstbeen
• tussen de wervels van de wervelkolom

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Maken in je boek Thema 5 basisstof 2.

Opdracht 1 en 2 in je boek (BLZ 18)
en 
opdracht 4 t/m 6 (BLZ 19-21)

Slide 14 - Slide

In de afbeelding zie je kraakbeenweefsel getekend.

Wordt met P een cel aangegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

In welk type weefsel komen kanaaltjes met bloedvaten voor?
A
In beenweefsel
B
in kraakbeenweefsel

Slide 16 - Quiz

In de afbeelding zie je weefsel getekend.

Kies het juiste woord.

met P is ... een cel aangegeven.
A
wel
B
niet

Slide 17 - Quiz