What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Aanwijzende voornaamwoorden
Nederlands
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Speciaal Onderwijs
Leerroute VK
Leerroute M
Leerroute 5
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Slide 1 - Slide
Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden
Slide 2 - Slide
Programma
Terugblik
Les + doel
Theorie + oefenen
Theorie + oefenen
Zelfstandig werken
Evaluatie
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Open question
VERWIJSWOORDEN
Verwijswoorden verwijzen meestal naar een woord dat al eerder genoemd is
of wijzen vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden.
Slide 10 - Slide
Aanwijzend voornaamwoorden
wijzen vooruit naar een woord dat nog genoemd gaat worden
Deze
pen is van Iris.
Wil je
die
tas even pakken?
Dat
is de vader van Bram.
Dit
meisje is mooi.
Slide 11 - Slide
DEZE, DIE, DIT, DAT
Dit zijn verwijswoorden.
dez
E
en di
E
gebruik je bij d
E
-woorden
di
T
en da
T
gebruik je bij he
T
-woorden
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Ik heb dit onderdeel altijd al makkelijk gevonden.
Slide 15 - Open question
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Aanwijzend voornaamwoord vind ik zo'n gemakkelijke woordsoort.
Slide 16 - Open question
Deze boom is al heel oud.
Slide 17 - Open question
Ik heb die mensen al vaak geholpen.
Slide 18 - Open question
Waar wordt het goede verwijswoord gebruikt?
de aanvoerder
A
deze aanvoerder
B
dit aanvoerder
Slide 19 - Quiz
Waar wordt het goede verwijswoord gebruikt?
de conclusie
A
deze conclusie
B
dit conclusie
Slide 20 - Quiz
Waar wordt het goede verwijswoord gebruikt?
het experiment
A
deze experiment
B
dit experiment
Slide 21 - Quiz
Waar wordt het goede verwijswoord gebruikt?
het tekort
A
deze tekort
B
dit tekort
Slide 22 - Quiz
Waar wordt het goede verwijswoord gebruikt?
de rijkdom
A
dat rijkdom
B
die rijkdom
Slide 23 - Quiz
Evaluatie
Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we geleerd?
Is het lesdoel behaald?
Wat was mijn inbreng?
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Verwijswoorden en flaptekst
January 2022
- Lesson with
26 slides
by
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 8
Kidsweek in de Klas
Opstanden op de plantages: Berbice - vmbo, mavo
January 2021
- Lesson with
20 slides
by
Nationaal Archief
Geschiedenis
Nationaal Archief
+3
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1-3
Nationaal Archief
Opstanden op de plantages: Berbice - havo, vwo
January 2021
- Lesson with
21 slides
by
Nationaal Archief
Geschiedenis
Nationaal Archief
+3
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-4
Nationaal Archief
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Uitleg: The Underground
November 2018
- Lesson with
3 slides
by
Dé Schoolreisgids
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Ouderavond Londen
November 2018
- Lesson with
17 slides
by
Dé Schoolreisgids
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Plantage Janslust in Suriname | VO bovenbouw
October 2021
- Lesson with
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
The Underground 2
November 2018
- Lesson with
20 slides
by
Dé Schoolreisgids
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids