22. Thema 4, week 1 Les 4 en 3 het hele werkwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

Schrijf een heel werkwoord op?

lesdoel groep 8

Ik kan het hele werkwoord 

(de infinitief) 

correct spellen.

de infinitief

betekent

het hele werkwoord

Hoe kun je de infinitief ook wel noemen?

1. appel methode
2. persoonsvorm
3. hele werkwoord
4. woordenboekvorm

Jij sliep vannacht.
Vannacht was jij aan het .......

Ik probeer het.
Ik zal het het .......

Ik liep.
Ik kan .......

Zij schreef een brief.
Ik kan en brief .......

Wat is het hele werkwoord bij ...
heb

1. zijn
2. heeft
3. hadden
4. hebben

Wat is het hele werkwoord van:

aten

1. at
2. aten
3. eten
4. eeten

Wat is het hele werkwoord bij ...
is

1. was
2. zijn
3. ben
4. waren

Wat is het hele werkwoord van:

lees

1. lezen
2. lesen
3. leezen
4. leest

Wat is het hele werkwoord van:

Ik las een boek

1. lezen
2. lesen
3. leezen
4. leest

Hij rent naar de overkant.

Wat is het hele werkwoord van "rent"?

1. ren
2. rent
3. rennen
4. gerend

Wat weet jij over STERKE werkwoorden

lesdoel groep 7

Ik kan sterke werkwoorden (klankveranderde) werkwoorden in de verleden tijd correct spellen.

Sterke werkwoorden zijn
werkwoorden die.....

1. van klank veranderen (bijv. lopen - liepen)
2. niet van klank veranderen (bijv. bellen - belden )

Zingen is een sterk werkwoord

1. Juist
2. Onjuist

wat is een sterk werkwoord?

1. lopen
2. fietsen
3. starten
4. wandelen

aan het werk

SPELLING

Thema 4, week 1 - les 4

Opgave 2 en 3

10 x plussen

Daarna dictee 3