Week 2: JavaScript variables, data types and operators

1 / 30
next
Slide 1: Slide
JavaScriptMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
<script>
let js = 'amazing';
if (js == 'amazing') alert('JavaScript is FUN!');

40+8+23-10;
console.log(40+8+23-10);
</script>

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les
  • Aan het einde van de les heb jij verschillende data types toegepast. De data types die behandeld worden zijn:
  • Numbers
  •  String
  • Boolean
  • Undefinied
  • Null
  • Symbol
  • BigInt
  • Aan het einde van de les worden operators door jou gebruikt in combinatie met de bovenstaande data types. De volgorde waarin de verschillende operators weet jij nu te onderbouwen.
  • Aan het einde van de les heb jij variables en values gebruikt om verschillende data types aan te maken en simpele rekensommen te maken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Create a variable
De 'let' keyword gebruiken bij het aanmaken van een variabele.

Voorbeeld:
let country = "The Netherlands";

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Printing variables
Voor het printen van variables in de console gebruiken wij het volgende.

Voorbeeld:
let country = "The Netherlands";
console.log(country);

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

More about variables
Some keywords are reserved in JS such as function.
This means you cant use that as a name for your variable. However when you really need to, you can use a dollar sign before the name.

Voorbeeld:
$function

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Data types
Er zijn verschillende data types in JavaScript.
Jullie kennen er al een paar.
Laten wij dat hier sommeren met wat voorbeelden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Data types: Numbers
Number: Floating point numbers 👉🏼 used for decimals and integers.

Voorbeeld:
let age = 23;

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Data types: String
String: Sequence of characters 👉🏼 used for text.

Voorbeeld:
let firstName = 'Taif Rahim';

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Data types: Boolean
Boolean: Logical type that can only be true or false 👉🏼 used for taking descisions.

Voorbeeld:
let teacher = true;

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Data types: Undefined
Undefined: Value taken by a variable that is not yet defined.

Voorbeeld:
let students;

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Data types: Null
Null: Also means empty value.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Data types: Symbol(ES2015)
Symbol: Value that is unique and cannot be changed. (Nu nog niet nuttig)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Data types: BigInt(ES2020)
BigInt: Large integers than the Number type can hold.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Comments
Comments can be used as followed:
// documenting code is important
or multiline comment
/*
let someVariable = 'example'
*/

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Minus operator
const ageTaif = 2050 - 1989;
const ageSam = 2050 - 2011;

console.log(ageTaif, ageSam);

Slide 16 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Multiply, devide and power operator

const ageTaif = 2050 - 1989;

console.log(ageTaif * 2, ageTaif / 10, 2 ** 3);

Slide 17 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Power operator
const ageTaif = 2050 - 1989;

console.log(ageTaif * 2, ageTaif / 10, 2 ** 3);

Slide 18 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Plus operator
const firstName = 'Taif';
const lastName = 'Rahim';

console.log(firstName + ' ' + lastName);
let x = 10 + 5;
console.log(x);

Slide 19 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Assingment operators
let x = 15;
x += 10;
x *= 4;
x++;
x--;
console.log(x);

Slide 20 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Comparison operators

console.log(ageTaif > ageSam);

meer comparison operators:
>, <, >=, <=

Slide 21 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Maak een comparison of ageSam groter of gelijk is aan 18

Slide 22 - Open question

const isFullAge = ageSam >= 18;

moet het antwoord zijn.
Order of comparisons

console.log(now - 1989 > now - 2011);

JavaScript weet dat hij eerst beide getallen moet hebben voor hij het gaat vergelijken. Wij behandelen dit in de volgende les.

Slide 23 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Order of comparisons
JS volgt de aanwijzingen op mozilla developers network.

Hier staat een tabel met de precedence voor de verschillende operators.

Slide 24 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.

Slide 25 - Link

This item has no instructions

Voorbeeld
let x, y

x = y = 25 - 10 - 5;

Wat is x? (hint, kijk naar het tabel!)

Slide 26 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Voorbeeld
const now = 2021;
ageTaif = now - 1989;
ageLulu = now - 1994;
averageAge = ageTaif + ageLulu / 2;

Wat valt je op aan de bovenstaande gemiddelde berekening?
Wij zijn de haakjes vergeten!

Slide 27 - Slide

Hier const keyword introduceren en vertellen dat 2050 een variabele kan worden omdat het vaker terugkomt. Maak 'now' variabele hiervoor aan.
Code challenge

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Plak je code hier

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions