5. Vormen van Criminaliteit

1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
  1. Actualiteit
  2. Terugblik les 3/4
  3. Les 5: Vormen van criminaliteit
  4. Afsluiten
Les 5 | Vormen van criminaliteit

Slide 2 - Slide

Terug naar Les 2: Er zijn verschillende soorten overheidsbeleid ten aanzien van criminaliteit.
Onder welk soort beleid valt snelrecht?
A
gevangenisbeleid
B
opsporingsbeleid
C
vervolgingsbeleid

Slide 3 - Quiz

1. Actualiteit

Slide 4 - Slide

Leg aan de hand van
ten minste één van de kenmerken
van de rechtsstaat uit waarom
'pedojagen' niet in een rechtsstaat past.
timer
1:30

Slide 5 - Open question

Rechtsstaat



Staat waarin rechten en plichten van burgers en de overheid
zijn vastgelegd (in een Grondwet). 

Door die Grondwet zijn burgers beschermd tegen de overheid. 




 

Slide 6 - Slide

Kenmerken
1. grondrechten
2. machtenscheiding
3. legaliteitsbeginsel
4. onafhankelijke rechtsspraak
2 taken van de overheid

Slide 7 - Slide

welke grondrechten
herken je?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Welk
grondrecht?
timer
0:30

Slide 10 - Open question

Les 3: Botsende grondrechten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Als grondrechten botsen...

Grondrechten zijn allemaal
even belangrijk


Rechter maakt een afweging 
zonder aanziens des persoons


Baseert zich op de wet
(strafbaar gedrag, strafmaat) >> voorspelbaarheid
= bescherming tegen willekeur

Slide 13 - Slide

Les 4: Criminaliteit in beeld

Slide 14 - Slide

Les 5: Vormen van criminaliteit

Slide 15 - Slide

Leerdoelen Les 5 (boekje)
  1. Je kunt vormen van criminaliteit onderscheiden.
  2. Je kent het verschil tussen een misdrijf en een overtreding.
  3. Je herkent de wetten waarin strafbaar gedrag staat omschreven.
  4. Je herkent criminaliteit als een tijd- en plaatsgebonden begrip.
  5. Je weet wat jurisprudentie is. 

Slide 16 - Slide

Criminaliteit is tijd- en plaats-gebonden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Als je veroordeeld wordt voor een misdrijf, krijg je altijd een strafblad
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Een overtreding wordt berecht door een kantonrechter.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Of een delict een misdrijf of overtreding is, staat in het Wetboek van Strafvordering
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Voor een overtreding kun je een vrijheidsstraf krijgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

in welke wet staat dit strafbare feit?

Slide 23 - Slide

Advocaat arbeidsrecht Hermine Voûte snapt de onduidelijkheid: "Dit is weer zo'n situatie waar we nog geen jurisprudentie over hebben." In Nederland is de werknemer leidend bij het opnemen van vakantiedagen. Een werkgever mag alleen een vakantieaanvraag weigeren vanwege bedrijfsredenen. Maar dit zijn andere tijden, vindt de advocaat, dus blijft het twijfelachtig wie het risico draagt. Een duidelijk beleid van werkgevers is noodzakelijk.


Wat is jurisprudentie?

Slide 24 - Slide

Leerdoelen Les 5 (boekje)
  1. Je kunt vormen van criminaliteit onderscheiden.
  2. Je kent het verschil tussen een misdrijf en een overtreding.
  3. Je herkent de wetten waarin strafbaar gedrag staat omschreven.
  4. Je herkent criminaliteit als een tijd- en plaatsgebonden begrip.
  5. Je weet wat jurisprudentie is. 

Slide 25 - Slide