3.2 zouten oplossen

3.2 Het oplossen van zouten

1 / 20

Slide 1: Slide

ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

3.2 Het oplossen van zouten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

- Even herhalen vorige les: verhoudingsformules van zouten

- Oplossen en indampen van zouten behandelen

- vooral heeeeel veel oefenen

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les kun je

- Uitleggen hoe een ionrooster uit elkaar valt in water

- Tabel 45 gebruiken om te bepalen of een zout wel/niet oplost

- de oplosvergelijking van een zout opstellen

Slide 3 - Slide

Even herhalen

Geef de verhoudingsformule of de systematische naamgeving van de volgende zouten:

1. NaNO₃

2. MgO

4. kaliumsulfaat

5. Ijzer(||)jodide

Slide 4 - Slide

Hoe zag een ion rooster er ook alweer uit?

Slide 5 - Slide

Hoe zag een ion rooster er ook alweer uit?

Slide 6 - Slide

Wat gebeurt er als een zout in water komt?

- ion rooster val uit elkaar in losse ionen

Slide 7 - Slide

Oplosvergelijking

Belangrijk: ALTIJD de fases aangeven!!!

Getallen die eronder staan, zet je na de pijl voor het ion

Slide 8 - Slide

Oplosbaarheid

- Niet elk zout lost goed op in water.

- Dit kunnen we controleren in de BiNaS

45A

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Lost een zout niet/slecht op in water? dan GEEN oplosvergelijking opstellen

Slide 11 - Slide

Indampen

Als we zouten kunnen oplossen, kunnen we ze natuurlijk ook indampen

Slide 12 - Slide

Bedenk zelf: als ik een natriumchloride oplossing ga indampen, hoe ziet de indampvergelijking er uit?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Stroomgeleiding

Weten jullie nog wanneer zouten stroom geleiden?

Slide 15 - Slide

Stroomgeleiding

Weten jullie nog wanneer zouten stroom geleiden?

- opgelost in water

- vloeibare fase

Slide 16 - Slide

In de vaste fase

ionen zitten vast

Dus is er geen

mogelijkheid voor

lading om te bewegen

= geen stroom

geleiding

Slide 17 - Slide

In oplossing kunnen de ionen vrij bewegen (ionen = lading), dus kan een zoutoplossing wél stroomgeleiden

Slide 18 - Slide

Stel van de volgende zouten de oplosvergelijking op

1. Ijzer(|||)chloride

2. Magnesiumjodide

3. Kwik(|)bromide

Slide 19 - Slide

Weektaak

- Maken opdrachten Voorkennis H3 (opdracht 1 t/m 4 en 6, blz 62)

- Maken opdrachten Ionen en zouten (opdracht 7 t/m 11, blz 64)

- Maken opdrachten Oplossen van zouten (opdracht 17 t/m 20 en 22, blz 66)

Slide 20 - Slide