5.5 herhalen

5.5 herhalen
Woorden en spreekwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.5 herhalen
Woorden en spreekwoorden

Slide 1 - Slide

Check-in:
Wat betekent het woord aangetast?
A
Aangetast betekent dat iets extra sterk is geworden.
B
Als iets aangetast is, is het beschadigd of niet meer helemaal goed.
C
Aangetast betekent dat iets helemaal nieuw is gemaakt.
D
Aangetast betekent dat iets groter is geworden dan normaal.

Slide 2 - Quiz

Instructie:
- woordenlijst bespreken/moeilijke woorden

-spreekwoorden 

Slide 3 - Slide

woordbetekenis dictee
De docent benoemt een betekenis passend bij een woord uit de woordlijst.

Jij schrijft dit woord op. 

Hoeveel woorden wist jij al?

Slide 4 - Slide

Spreekwoorden opschrijven
De docent geeft een woord.

Jij moet een bestaand spreekwoord opschrijven waar dit woord in staat.

Slide 5 - Slide

Wat betekent het woord besmettelijk?
A
dat je ergens bang van wordt.
B
dat je ergens allergisch voor bent.
C
dat je een ziekte makkelijk aan iemand anders kunt doorgeven.
D
dat je snel beter wordt van een ziekte.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het woord gevarieerd?
A
dat iets kapot of beschadigd is.
B
dat iets heel gevaarlijk is.
C
dat iets op een vaste manier gebeurt.
D
dat er veel afwisseling is, dus niet steeds hetzelfde.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het woord medisch?
A
dat iets met geneeskunde te maken heeft.
B
dat iemand veel sport en gezond eet.
C
dat iets wordt gebruikt in een laboratorium voor proefjes.
D
dat iets snel kapot kan gaan.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het woord onbeschermd?
A
dat er geen bescherming is tegen gevaar of schade.
B
dat iets goed verstopt zit.
C
dat iemand sterk en gezond is.
D
dat je iets snel kunt leren.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord transpireren?
A
dat je snel moet ademhalen.
B
dat je rood wordt in je gezicht.
C
dat je zweet, vooral als je het warm hebt of inspanning levert.
D
dat je moe wordt van iets.

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken/extra instructie
Maak de werkbladen.
Klaar?
Ga verder met test jezelf en versterk jezelf van 5.5
Of oefen met de onderstaande sites:
 www.cambiumned.nl
 www.leeronlinenederlands.nl
 https://www.nederlandsetaaltest.nl/online-nederlands-oefenen

Slide 11 - Slide

Check-out:
Wat is een spreekwoord?
A
Een spreekwoord is een zin die altijd rijmt en wordt gebruikt om een verhaal leuk te maken.
B
Een spreekwoord is een verzonnen verhaaltje dat mensen aan elkaar doorvertellen.
C
Een spreekwoord is een korte zin waarin iemand zegt wat hij of zij ergens van vindt.
D
Een spreekwoord is een vaste zin die iets vertelt over hoe mensen zich meestal gedragen (niet letterlijk bedoelt)

Slide 12 - Quiz

Check-out:
Wanneer je niet weet wat een spreekwoord betekent dan.....
A
zoek ik het spreekwoord met de hele zin op bij google
B
vul ik niets in, omdat ik het niet weet
C
zoek ik het belangrijkste woord in de zin op en zoek dit woord op in het woordenboek
D
vraag ik het aan een klasgenoot

Slide 13 - Quiz