5.5 woorden

5.5 woorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.5 woorden

Slide 1 - Slide

Check-in:
Wat wil de schrijver bereiken met het tekstdoel overtuigen.
A
De schrijver wil je informatie geven over een onderwerp.
B
De schrijver wil je de tekst laten lezen voor je plezier.
C
De schrijver wil je overhalen om het met hem eens te zijn.
D
De schrijver wil dat je iets gaat doen.

Slide 2 - Quiz

Instructie

Slide 3 - Slide

Instructie

Slide 4 - Slide

Instructie

Slide 5 - Slide

Bedenk in een tweetal woorden die met ziek of gezond te maken hebben. Noteer ze hieronder.

Slide 6 - Open question

Vergelijk de woorden met een ander groepje. Noteer drie woorden van dat groepje die jullie belangrijk vinden.

Slide 7 - Open question

Zelfstandig werken/ extra instructie
Maak opdracht 5, 6, 7, 10, 11 online.
Klaar? Welk doel moet jij nog oefenen?
Test jezelf - Versterk jezelf - Oefentoets (Online)
 www.cambiumned.nl
 www.leeronlinenederlands.nl
 https://www.nederlandsetaaltest.nl/online-nederlands-oefenen

Slide 8 - Slide

Check-out:
Wat betekent het woord besmettelijk?
A
Het is iets dat je alleen buiten kunt gebruiken.
B
Het betekent dat iets heel zwaar of moeilijk is.
C
van een ziekte: gaat gemakkelijk van de ene persoon op de andere over
D
Het is een ander woord voor lekker eten.

Slide 9 - Quiz

Check-out:
Wat betekent het woord aangetast?
A
dat het beschadigd is
B
dat iets is schoongemaakt.
C
dat iets groeit of groter wordt.
D
een ander woord voor versierd.

Slide 10 - Quiz

Check-out:
Wat betekent het woord intensief?
A
dat iets grappig is.
B
iets wat vanzelf gebeurt, zonder moeite.
C
dat iets heel oud is.
D
met veel aandacht en veel inzet, hevig

Slide 11 - Quiz