4.2 Vorming geslachtscellen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

vandaag §4.2
Mitose en meiose

Binas  86 D

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
herkennen, toepassen, weten waar in het lichaam ,
kunnen uitleggen waarom, verschillen

- haploide cel (n),  diploide cel (2n)
- reductiedeling (meiose),  gewone celdeling (mitose)
- met binas de fasen herkennen van meiose

Slide 3 - Slide

mitose = gewone celdeling

Slide 4 - Slide

karyogram gewone lichaamscel mens
chromosomen komen in paren voor:
23 paar mens

homologe chromosomen

diploid (2n)
BINAS 70 B

Slide 5 - Slide

geslachtscellen zijn haploïd: ze hebben 1 van elk chromosoom

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

meiose = reductie deling
Is nodig om om cellen te krijgen met maar de helft van het aantal chromosomen (n)   = haploide cel

In geslachtsorganen van dieren, planten en schimmels.
geslachtscellen  = gameten

Slide 8 - Slide

                  2n  = 46                                           (n = soort chromosoom)   n = 23


                    fruitvlieg                                            
                          kikker                                           
                        cavia                                       
                             aardappel                                                  


n = 4
n = 13
n = 32
n = 12
2n = 8
2n = 36
2n = 46
2n = 24
geslachts cel
lichaams cel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video





2n = 4 (diploid)
haploid
n = 2

Slide 11 - Slide

Man: 
1 cel vormt 4 zaadcellen





Vrouw:
1 cel vormt 1 grote eicel, de andere 3 cellen sterven af

Slide 12 - Slide

mitose                                                                                                       




meisose                                                                                                   

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Slide

metafase 1

Slide 16 - Slide

metafase 1; crossing over
Grote variatie in erfelijke informatie.                                                       
Elke geslachtscel is weer anders  door crossing over
 en door variatie in verdeling chromosomen.                                                         

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Vorming zaadcellen

Slide 20 - Slide

Vorming zaadcellen

Slide 21 - Slide

Zaadbuisje: Spermatogonese
Spermatogonia = voorlopercellen = de stamcellen (2n) blijven zich vermeerderen door mitose
Een stamcel kan uitgroeien tot een primaire spermatocyt
primaire spermatocyt (2n) --> meiose 1 --> secundaire spermatocyt (n) --> meiose 2 --> zaadcel (n) --> vorming zweephaar --> opslag in de bijbal 

Slide 22 - Slide

zaadbal
Cellen van Leydig: produceren testosteron
Sertolli cellen : 'voedstercel' in het epitheel van de zaadbuisjes

Slide 23 - Slide

Zaadlozing
Zaadlozing: ongeveer 3 ml sperma.

Sperma bevat: 
  • 10% zaadcellen (worden bewaard in bijballen)
  • 90% zaadvocht uit zaadblaasje en prostaat. (voeding en hoge zuurgraad voor optimale omstandigheden voor zaadcellen om de reis naar de eicel te volbrengen).

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Oogenese: vorming eicellen (zie Binas 86D)
voorlopercel = stamcel = primaire oocyt omgeven door follikelcellen
Primaire oocyt (2n) --> meiose 1 --> secundaire oocyt (n)
Secundaire oocyt (n) --> na bevruchting meiose 2
Uit 1 voorlopercel ontstaat 1 eicel en 3 poollichaampjes

Slide 26 - Slide

Tweelingen
Eeneiige tweeling
Tweeeiige tweeling

Slide 27 - Slide

Twee-eiige tweeling
Wanneer 2 eicellen worden bevrucht, dus niet hetzelfde erfelijke materiaal.
Er is voor elke eicel een spermacel nodig (dus voor 2 eicellen, 2 spermacellen)
Geslachten:
- 2 meisjes
- 2 jongens
- 1 meisje en 1 jongen



Slide 28 - Slide

Eén-eiige tweeling
Tweeling die uit 1 bevruchtig is ontstaan. Hebben dus precies hetzelfde erfelijke materiaal


Slide 29 - Slide