leerling Prikkels

Carrousel zintuigen. Leerdoelen: Je leert
- over de werking van de 5 zintuigen
- een hypothese formuleren adhv een probleemstelling
- een probleemstelling formuleren adhv een hypthese
- zelf een hypothese en probleemstelling formuleren 
- de zintuigen onderzoeken door experimenten uit te voeren, de resultaten te noteren en hier conclusies uit te trekken
- tabellen maken voor het overzichtelijk weergeven van de resultaten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Carrousel zintuigen. Leerdoelen: Je leert
- over de werking van de 5 zintuigen
- een hypothese formuleren adhv een probleemstelling
- een probleemstelling formuleren adhv een hypthese
- zelf een hypothese en probleemstelling formuleren 
- de zintuigen onderzoeken door experimenten uit te voeren, de resultaten te noteren en hier conclusies uit te trekken
- tabellen maken voor het overzichtelijk weergeven van de resultaten

Slide 1 - Slide

Carrousel
  • Warmte- en koude zintuigen
  • Je kunt niet de temperatuur voelen, maar wel een temperatuurverschil
  • Gehoorzintuigen 
  • 2 oren een soort 3D of stereo, en geven de richting aan waar het geluid vandaag komt, komt het in beide oren gelijk dan is dat de richting
  • huid
  • niet overal liggen evenveel tastknopje, in de wijsvinger de meeste, dan je wang en dan je onderarm

Slide 2 - Slide

vervolg
  • gezichtsbedrog: 
  • je hersenen zijn soms lui en vullen veel in, grijze spookstippen: vermoeidheid ogen; hersenen vullen in valt terug op trucjes (kleiner wordende cirkels worden als beweging geïnterpreteerd bv bij het draaiende spiraal); het oog heeft moeite met grote contrast verschillen. Ook de omgeving bv in kleuren heeft invloed op de interpretatie). Vanuit onze overlevingsstrategie nemen onze hersenen bewegingen eerder waar. Statische dingen worden weg gefilterd. De hersenen zijn heel goed in patroonherkenning; zelfs iets te goed; eenmaal een patroon te pakken hebben, is het moeilijk om de aandacht te verleggen naar een ander patroon

Slide 3 - Slide

vervolg
  • spiegelbeeld
  • het is dubbel moeilijk omdat het én in spiegelbeeld is én je kunt je handen niet zien. Want wat je ziet wordt deels gebaseerd op wat je ziet van je handen.
  • diepte
  • met 1 oog kun je geen afstand en diepte schatten, bij het kijken met 2 ogen, ontvangen je hersenen 2 beelden, en de hersenen maken er één van
  • proeven
  • je kunt met je tong 5 smaken herkennen, de rest van de smaken wordt bepaald door je neus die veel meer geurstoffen van elkaar kan onderscheiden

Slide 4 - Slide

Neerstortend water brengt een molenrad in beweging en vloeit vervolgens, in een hellende goot tussen twee torens, langzaam zigzagswijze naar beneden tot het punt waar de waterval opnieuw begint. 
De molenaar moet zo nu en dan een emmer water toevoegen om verlies door verdamping te verhelpen. De twee torens zijn even hoog en toch is de rechter een verdieping lager dan de linker.”

Slide 5 - Slide

Dolfijnen

Slide 6 - Slide

week/datum
Planning
6 maart
Carrousel
7 maart
Rekenen
13 maart
Zintuigen
14 maart
Zintuigen
20 maart
Carrousel zintuigen
21 maart
Uitleg posteropdracht
27 maart en 28 maart
Werken aan poster
3 april
Studiedag TOM; jullie kunnen aan de poster werken
4 april
Werken aan poster en inleveren
10 april
herhalen stof
11 april
Toets over module 7
M7 opdrachten
- Poster: 4 april
- Een toets: 11 april
M8 opdrachten
- Een toets over formules en metriekstelsel (OVG)
- verslag

Slide 7 - Slide

                           is de                                 prikkel voor het oog.

Geluid is de prikkel voor het                   .  
Een prikkel wordt pas waargenomen als de                            hoog genoeg is. Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         

adequate
 oor 
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 8 - Drag question


Wat zie je op de
afbeelding?

Kies het beste antwoord
A
Klieren
B
Het ruggenmerg
C
De zenuwen
D
Het zenuwstelsel

Slide 9 - Quiz

Een zintuig:
Het is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 10 - Quiz

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle delen van het lichaam
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 11 - Quiz


Een pijnpunt is een uiteinde van bepaalde zenuw die pijn waarneemt
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 12 - Quiz


Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 13 - Quiz

Waar ontstaat een impuls?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel

Slide 14 - Quiz

komt binnen bij je zintuigcellen
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls

Slide 15 - Drag question

Hoe heet onderdeel 3?

Slide 16 - Open question

sensorische zenuwcel
motorische zenuwcel
schakelcel

Slide 17 - Drag question