Naamvallen GT - les 3

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Leerdoelen deze les:

Je weet welke naamvallen er zijn

Je weet wanneer je welke naamval moet gebruiken

Je kunt de schema's van de naamvallen toepassen

STAPPENPLAN

stap 1: 

onderstreep de zelfstandige naamwoorden [waarbij je iets moet invullen]

 zet erbij m/v/o/mv

stap 2:

Zoek het onderwerp --> 1e naamval --> kijk in schema en vul in

stap 3:

Zoek het lijdend voorwerp = 4e naamval --> kijk in schema en vul in

stap 4:

Zoek het meewerkend voorwerp = 3e naamval --> kijk in schema en vul in

Der Gruppe & Ein Gruppe

Maak met stappenplan en schema's

D......... Lehrerin schreibt d....... Tante ein........ Brief [m]

D....... Schule dauert heute bis drei.

Ich habe ein...... Sohn.

D....... Mann schenkt d...... Kinder    ein........ Cola [v]

Dezelfde uitgang als de der-Gruppe krijgen ook:

dies-  [=deze, dit]

welch- [=welk, welke]

jed- [=elk, ieder]

Dezelfde uitgang als de ein-Gruppe krijgen ook:

mein- [=mijn]                             euer- [=jullie]

dein- [=jouw]                              Ihr- [=uw]

sein- [=zijn]                                  kein- [=geen]

ihr- [=haar, hun]

unser- [=ons, onze]

1. Dies....... Touristen kommen aus Belgien.

2. Ihr...... Eltern schreiben mein...... Oma ein...... Karte.

3. Unser........ Schwester liest ein..... Zeitschrift [v]

4. Jed...... Kind schenkt sein....... Opa ein......... Krawatte [v]

5. Gestern kaufte dein..... Bruder ein........ Zeitung [v]

Ik weet welke naamval het onderwerp krijgt

😒🙁😐🙂😃

Ik weet welke naamval het meewerkend voorwerp krijgt

😒🙁😐🙂😃

Ik weet welke naamval het lijdens voorwerp krijgt

😒🙁😐🙂😃

Ik weet welke stappen ik moet volgen om een naamval in te vullen

😒🙁😐🙂😃

Bis nächstes mal!