NT2 ww

Welke zin is goed?
A
Oscar vind dit makkelijk.
B
Oscar beantwoord de vraag.
C
Oscar wordt morgen blij wakker.
D
Oscar gaat naar school
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
Alfabetisering NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke zin is goed?
A
Oscar vind dit makkelijk.
B
Oscar beantwoord de vraag.
C
Oscar wordt morgen blij wakker.
D
Oscar gaat naar school

Slide 1 - Quiz

Welke zin is fout?
A
Het huis brandt af.
B
Vindt jij dit moeilijk?
C
De jongen vraagt om een antwoord.
D
Wordt hij ziek?

Slide 2 - Quiz

Zet de zin in de tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig landde net op Schiphol.

Slide 3 - Open question

Zet de zin in de tegenwoordige tijd:
De buurvrouw werd gisteren 50 jaar.

Slide 4 - Open question

Welke zin is goed geschreven?
A
Wat gebeurt daar?
B
Wat gebeurd daar?
C
Wat is daar gebeurd.
D
Wat is daar gebeurt?

Slide 5 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Het vliegtuig lande op Schiphol.
B
Het huis stond in brandt.
C
Het vliegtuig landen op Schiphol.
D
Het huis brandde af.

Slide 6 - Quiz

Zet de zin in de verleden tijd;
De jongen wordt ziek.

Slide 7 - Open question

Zet de zin in de verleden tijd;
Vandaag fietsen mijn vrienden en ik naar huis.

Slide 8 - Open question

Zet de zin in de verleden tijd;
Morgen verdienen wij taart!

Slide 9 - Open question

Zet de zin in de verleden tijd;
Vandaag gaan we op school een lied zingen.

Slide 10 - Open question

Welke zin is goed?
A
Vandaag heb ik veel geleerde.
B
Vandaag heb ik veel geleerd.
C
Vandaag heb geleerd ik veel.
D
Vandaag heb ik geleerd veel.

Slide 11 - Quiz

Maak een zin met het werkwoord "werden".

Slide 12 - Open question

Maak een zin met het werkwoord "wordt" en gebruik het woord 'omdat"

Slide 13 - Open question

Maak een zin met
Piet school lachte want

Slide 14 - Open question

Wat is het goede werkwoord?
De jongen .......... de vraag.
A
beantwoort
B
beantwoord
C
beantwordt
D
beantwoordt

Slide 15 - Quiz