2.7 a Grammatica **

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom

Ga rustig zitten 

en pak je laptop + werkboek.

Doe je telefoon weg 

en zet je tas op de grond.

lesopbouw

• wat weet je al?
  
• doel
• uitleg
• opdracht
• afsluiting
  

Wat weet je al?

Welke woordsoorten ken je?

Doel

Aan het eind van de les kan je de 

volgende woordsoorten benoemen:

zelfstandig naamwoord

lidwoord

werkwoord

zelfstandig naamwoord

• mensen - leerling, tante
• dieren - hamster, koe
• planten - tulp, kastanjeboom
• dingen - telefoon, fietsband
• namen - Sarah, Eindhoven
• begrippen - liefde, respect

• de/het/een     ervoor
• enkelvoud en   meervoud

lidwoord

Lidwoorden horen bij een zelfstandig naamwoord (ZN).

Drie lidwoorden:

bepaalde lidwoorden      --> de / het        (duidelijke wie of wat)

onbepaalde lidwoorden --> een                (niet duidelijk wie of wat)

Buiten regent het.      GEEN LIDWOORD -->  

Er is er één jarig!          ER STAAT GEEN ZN ACHTER

werkwoord

Het is een doe-woord.

Je weet wat of wie iets doet of wat er gebeurt.

• Hele werkwoord (wij-vorm): kiezen
• Vormen van het werkwoord: kies, kiest, koos, kozen, gekozen

opdracht

woordslang

zelfstandig werken

Online talent 

hoofdstuk 2.7

opdracht 1 + 2 + 3 

afsluiting

Welke woordsoorten ken je?

In welke zin is 'het' geen lidwoord?

1. Ik geef het boek terug aan jou.
2. Ik vind het echt niet leuk hier.
3. Het kuikentje is zijn moeder kwijt is stil.
4. Hij loopt tegen het paaltje aan.