1B2 3 chap3 herhaling

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

le programme

1.  parler de l'école

2. l'heure

3. D: être

4. A&B

 

lesdoel

- nog een keertje oefenen met chapitre 3

- het werkwoord 'zijn'

c'est quoi?

tu as quelles matières, le mercredi?

le mercredi, j'ai anglais et géographie.

la récré, c'est à quelle heure? 

tu es en cinquième? 

quelle heure est-il?

...... ?

il est trois heures et demie.

......?

je suis en cinquième. 

.......? 

non, je déteste les maths.

quelle heure est-il?

schrijf de volgende tijden op een blaadje en laat ze dan controleren door je buur...

hoeveel heb je er goed?

il est deux heures et quart.

il est une heure et demie.

 

il est minuit.

il est sept heures moins le quart.

il est quatre heures.

110

view.genial.ly

les jours de la semaine

werkblad

C' ___________ super!

avoir? être?

tu as / es / sont / avons anglais le lundi?

vous sommes / avons / êtes / sont à l'école?

Het bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Geef in het Nederlands een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord. 

Vul het bezittelijk voornaamwoord in

C'est (mijn) frère

Het bezittelijk voornaamwoord
(mijn) copains

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat in deze zin past. Let op de vorm van het bezittelijk voornaamwoord.

(hun)… amis

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) soeurs

Het bezittelijk voornaamwoord:
... frère (haar)

Het bezittelijk voornaamwoord:
... cousine (mijn)

Waar moet je opletten als je een bezittelijk voornaamwoord invult?
Vul 3 dingen in

chapitre 3

le contrôle

wat heb je geleerd?

quizlet.com

play.kahoot.it

play.kahoot.it