Paragraaf 2 Europa in de wereld

Europa in de wereld
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Europa in de wereld

Slide 1 - Slide

Planning
  • Voorkennis
  • Lesdoel
  • Protectie - invoerrechten - internationale handel - vrijhandel
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Na deze les kun je uitleggen welke invloed de Europese Unie heeft op de Nederlandse handel en de wereldhandel.

Slide 3 - Slide

Wanneer heb je een sterke concurrentiepositie?

Slide 4 - Slide

  • Betere producten maakt.
  • goedkoper bent dan de concurrent
Wat is hiervan dan het gevolg?




export stijgt, we verkopen meer aan het buitenland. Import daalt. De werkgelegenheid stijgt

Slide 5 - Slide

Overheid wil Nederlandse bedrijven beschermen tegen concurrentie uit buitenland. Hoe?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Protectie
  • Protectie ( maatregelen van de overheid om de import van producten tegen te werken)
  • Subsidie op export
  • Invoerrechten op import

Slide 8 - Slide

nadeel vrijhandel
Door buitenlandse concurrentie kunnen bedrijven failliet gaan.

Slide 9 - Slide

Invoerrechten
De EU probeert de invoer van producten uit landen buiten de EU te verminderen door het heffen van invoerrechten. 
Invoerrechten: belasting die je aan de grens betaalt voor het invoeren van producten

Slide 10 - Slide

Invoerrechten
Landen binnen de Europese Unie betalen geen invoerrechten.

Slide 11 - Slide

Sleep de onderstaande beweringen in de blauwe vakjes naar de juiste rode vakjes. Zorg ervoor dat je de letter altijd in het vakje plaatst! 
JUIST
ONJUIST
Invoerrecht is een ander woord voor importbelasting
Als Nederland invoerrechten heft, worden producten van buiten de EU goedkoper

Slide 12 - Drag question

Invoerrechten zijn
A
een belasting
B
een subsidie

Slide 13 - Quiz

Wel of geen invoerrechten
betaal je invoerrechten als je een online een computer in de VS koopt
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
je betaalt geen invoerrechten

Slide 14 - Quiz

Vandaag kijken we nog even naar de europese unie.
Import, export, vrijhandel, protectie en de eurozone

Slide 15 - Slide

Bekijk de film in de volgende dia helemaal want er volgen vragen over de film.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Hoe heet de persoon die de aanzet geeft tot de verenigde staten van Europa?

Slide 18 - Open question

Wat betekent EGKS? (opgericht op 8-4-1951)

Slide 19 - Open question

In welk jaar viel de Berlijnse Muur?

Slide 20 - Open question

In 2004 werden 8 landen uit Oost Europa lid van de Europe Unie. Noem er vier.

Slide 21 - Open question

Niet alle Europese landen zijn lid van de Europese Unie.
Welk land is geen lid?
A
Cyprus
B
Litouwen
C
Slovenië
D
Zwitserland

Slide 22 - Quiz


Welk land zal in 2019 waarschijnlijk de Europese Unie verlaten?
A
België
B
Groot Brittannië
C
Kroatië
D
Zwitserland

Slide 23 - Quiz

Noem twee voordelen van de Europese Unie.

Slide 24 - Open question

Wat wil de Europese Unie?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Vrijhandel : Handel binnen de Europese Unie zonder belemmeringen.


Concurrentiepositie beschermen van fabrikanten en landbouwers in de Europese Unie

Slide 27 - Slide

Wat is het voordeel van vrijhandel?

Slide 28 - Open question

Wel of geen invoerrechten
betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten

Slide 29 - Quiz

Vrijhandel is handel van goederen
A
zonder belemmeringen
B
zonder vervoerdkosten
C
met invoerrechten
D
met subsidie

Slide 30 - Quiz

Welk woord past 'binnen' of 'buiten' de EU?
Binnen de EU
Buiten de EU
Vrijhandel
Protectie

Slide 31 - Drag question

Afspraken binnen de EU
  • Vrij verkeer van goederen en diensten -->


  • Vrij verkeer van personen -->


  • Vrij verkeer van kapitaal ---> 

Slide 32 - Slide

INTERNATIONALE HANDEL

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Internationale handel 

De import en export tussen landen.

Slide 36 - Slide

Als wij iets verkopen naar het buitenland noem je dat:
A
Importeren
B
Exporteren
C
internationale handel
D
verkopen

Slide 37 - Quiz

Internationale handel is:
A
importeren
B
exporteren
C
doorvoeren
D
alle onder a, b en c genoemde dingen

Slide 38 - Quiz

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China.
B
Duitsland koopt van Nederland.
C
Brussel koopt van Londen.
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.

Slide 39 - Quiz

Waarom is er eigenlijk internationale handel?
A
Omdat vervoer meestal niet duur is
B
Omdat landen allemaal hetzelfde maken
C
Vanwege de prijs-kwaliteits verschillen in landen
D
Omdat bedrijven in meerdere landen actief willen zijn

Slide 40 - Quiz

Met welk land voert Nederland de meeste internationale handel?

Slide 41 - Open question

Hoeveel landen zijn lid van de Europese Unie?
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 42 - Quiz

Hoofdstuk 8 paragraaf  2
maken 1 tot met 6
en 8 tot met 12

Slide 43 - Slide

einde

Slide 44 - Slide