GAN Daniel 18/05

Lezen is fijn!
Opdracht: maak een filmpje van de woorden die je leest en stuur door.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ANT2+BasisschoolGroep 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen is fijn!
Opdracht: maak een filmpje van de woorden die je leest en stuur door.

Slide 1 - Slide

Wisselrijen eeuw, ieuw, uw
duw          schuw
geeuw         sluw
kieuw    nieuws
leeuw
meeuw
nieuw
ruw

Slide 2 - Slide

Meervoud: woorden als paarden en beren
Berenwoorden
Ik hoor een lange klank en 1 verschillende medeklinker: mondje open, klinkertje weggelopen

Paardenwoorden: ik hoor een lange klank en twee verschillende medeklinkers: ik schrijf wat ik hoor

Slide 3 - Slide

Meervoud: woorden als paarden en beren
Berenwoorden
Ik hoor een lange klank en 1 verschillende medeklinker: mondje open, klinkertje weggelopen

Paardenwoorden: ik hoor een lange klank en twee verschillende medeklinkers: ik schrijf wat ik hoor

Slide 4 - Slide

Meervoud
Kattenregel
Ik hoor een korte klank en 1 verschillende medeklinker. Ik schrijf de medeklinker dubbel
Hondenregel
Ik schrijf een korte klank en 2 verschillende medeklinkers. Ik schrijf wat ik hoor
Berenregel
Ik hoor een lange klank en 1 verschillende medeklinker. Mondje open, klinkertje weggelopen
Paardenregel
Ik hoor een lange klank en 2 verschillende medeklinkers. Ik schrijf wat ik hoor
Bloemenregel
Ik hoor een tweeklank, ik schrijf wat ik hoor

Slide 5 - Slide

Woorden met d of t
Ik maak het woord langer.

Ik hoor een [d], ik schrijf 'd'
Ik hoor een [t], ik schrijf 't'

Slide 6 - Slide

Werkwoorden
Stam= ik - vorm (kolom 1)
Bv. leggen: ik leg
Stam + t= hij/zij/u - vorm
Bv.leggen: hij legt

Slide 7 - Slide

Maandag 18/05
Onthoudwoorden= woorden die je moet onthouden. Leer deze woordjes!

Slide 8 - Slide

Dinsdag 19/05

Slide 9 - Slide

Woorden met ei
Lees het ei - verhaal.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Woensdag 20/05

Slide 12 - Slide

Donderdag 21/05

Slide 13 - Slide

Vrijdag 22/05

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lezen wisselrijen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Onthoudwoorden
Lees de moeilijke woorden. 
Vul het juiste woord in de zin in.
Onthouden= woorden die je moet onthouden!

Slide 18 - Slide

Ei - verhaal

Slide 19 - Slide

Samenstelling ei - woorden
Samenstelling= woord die bestaat, nog een woord --> samen nieuw woord die bestaat

Bv. trein + reis= treinreis

Slide 20 - Slide