Uitleg leerdoel 5











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vragen tot zover!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

FF checken

Slide 4 - Slide

Kwadratische formule
Standaard vorm:   

De grafiek bij een kwadratische formule noemen we een parabool. 
De waarde van het getal (a) voor de x² geeft aan of het een dal of bergparabool wordt.

a < 0   bergparabool
a > 0   dal parabool     
 y = ax² + b

Slide 5 - Slide

Kwadratische formule
Standaard vorm:   

Stappenplan (grafiek tekenen)
Stap 1   Formule noteren.
Stap 2  Tabel tekenen (altijd meer dan 5 kolommen
Stap 3  Assenstelsel tekenen met de grafiek.

 y = ax² + b

Slide 6 - Slide

Ik kan met een kwadratische vergelijking oplossen.
Succescriteria
Ik weet wat het verschil is tussen een formule en vergelijking.
Ik kan nagaan of een vergelijking nul, een of twee oplossingen heeft.
Ik kan een kwadratische vergelijking oplossen.





Slide 7 - Slide

Verschil formule en vergelijking.
Een formule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. Een formule heeft twee variabelen.



 y = ² + 3

Slide 8 - Slide

Verschil formule en vergelijking.
Een formule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. Een formule heeft twee variabelen.


Een vergelijking heeft één variabele
Door de vergelijking op te lossen kun je de waarde van de variabele berekenen.
 y = ² + 3
 12 = ² + 3

Slide 9 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Als je de kwadratische vergelijking in de vorm x² = getal hebt geschreven kun je aflezen hoeveel oplossingen deze heeft.       


Slide 10 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Als je de kwadratische vergelijking in de vorm x² = getal hebt geschreven kun je aflezen hoeveel oplossingen deze heeft.       

getal > 0    De vergelijking heeft twee oplossing (positief en negatief).


Slide 11 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Als je de kwadratische vergelijking in de vorm x² = getal hebt geschreven kun je aflezen hoeveel oplossingen deze heeft.       

getal > 0    De vergelijking heeft twee oplossing (positief en negatief).

getal = 0    De vergelijking heeft een oplossing, namelijk x=0.


Slide 12 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Als je de kwadratische vergelijking in de vorm x² = getal hebt geschreven kun je aflezen hoeveel oplossingen deze heeft.       

getal > 0    De vergelijking heeft twee oplossing (positief en negatief).

getal = 0    De vergelijking heeft een oplossing, namelijk x=0.

getal < 0   De vergelijking heeft geen oplossing, want een wortel uit een negatief getal
               bestaat niet.

Slide 13 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.



vb.    x² - 1 = 24


Slide 14 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.
Stap 2     Schrijf in de vorm x² = getal. 



vb.     x² - 1 = 24
        x² = 25

Wat je links doet moet je rechts ook doen (balansmethode).
Of gebruik de bordjesmethode.

Slide 15 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.
Stap 2     Schrijf in de vorm x² = getal. 
Stap 3     Werk het kwadraat weg.



 - 1 = 25
    
 = 25
 
x = 25   v    x = -√25



Wat je links doet moet je rechts ook doen (balansmethode).
Of gebruik de bordjesmethode.
Weet je nog?     
Kwadraat en wortel heffen elkaar op.   √(x2) = x
Het woordje of geven we in de wiskunde aan met het symbool v.

Slide 16 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.
Stap 2     Schrijf in de vorm x² = getal. 
Stap 3     Werk het kwadraat weg.
Stap 4     Bereken de oplossing (en).


 - 1 = 25
    
 = 25
 
x = 25   v    x = -√25
 
x = 5    v     x = -5

Wat je links doet moet je rechts ook doen (balansmethode).
Of gebruik de bordjesmethode.
Weet je nog?     
Kwadraat en wortel heffen elkaar op.   √(x2) = x
Het woordje of geven we in de wiskunde aan met het symbool v.

Slide 17 - Slide

Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.
Stap 2     Schrijf in de vorm x² = getal. 
Stap 3     Werk het kwadraat weg.
Stap 4     Bereken de oplossing(en).
Stap 5    Controleer de oplossing(en).


 x2- 2 = 14

 x2 = 16

 x = 16   v    x = -√16

 x = 4    v   x = -4
 
 x= 4   4² - 2= 16 - 2 =14
 x=-4  (-4)² - 2= 16 - 2=14
    


Wat je links doet moet je rechts ook doen (balansmethode).
Of gebruik de bordjesmethode.
Weet je nog?     
Kwadraat en wortel heffen elkaar op.   √(x2) = x
Het woordje of geven we in de wiskunde aan met het symbool v.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever je nagekeken werk in via LessonUp.
Ondersteunend: 24, 25, O26, 27, 28, 29, 30, 32, O34, O37, 37 en 38 
Doorlopend: 24 t/m 38 (31 en 33 mag je overslaan)
Uitdagend: 24, 25, 26, 27, 29, U6, U7, 32, 34, 35, 37, 38 en U8

Slide 19 - Slide

Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met 
de lessen in LessonUp!

Slide 20 - Slide