2F MM6 Meten en meetkunde in het verkeer

Les 6: Meten en meetkunde in het verkeer


Lesdoel: Studenten kunnen kijklijnen gebruiken, hebben kennis van coördinaten, kunnen berekeningen maken met snelheden en tijden en andere contextsituaties rond vervoer.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 6: Meten en meetkunde in het verkeer


Lesdoel: Studenten kunnen kijklijnen gebruiken, hebben kennis van coördinaten, kunnen berekeningen maken met snelheden en tijden en andere contextsituaties rond vervoer.

Slide 1 - Slide

Vooraf
Pak je rekenmachine, rekenschrift en pen.

Slide 2 - Slide

Coördinaten

Slide 3 - Slide

Kijklijnen, wat ziet bestuurder van de rode auto?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoeveel is een ton?

Slide 6 - Slide

Hoeveel is een ton?
Een regenton van 200 liter?

Slide 7 - Slide

Hoeveel is een ton?
In massa (gewicht): 1 ton = 1.000 kg
In geld: 1 ton = € 100.000,-

Slide 8 - Slide

Tijdnotatie
12:35 uur
12,35 uur

Slide 9 - Slide

Tijdnotatie
12:35 uur --> 12 uur en 35 minuten, 5 over half één
12,35 uur

Slide 10 - Slide

Tijdnotatie
12:35 uur --> 12 uur en 35 minuten, 5 over half één
12,35 uur --> 12 uur en 35 honderdste uur,
                            12 uur + 35/100 x 60 minuten,
                            12 uur en 21 minuten
                            12:21 uur

Slide 11 - Slide

Omrekenen
Van km/u naar m/s of andersom.

Slide 12 - Slide

Omrekenen
Van km/u naar m/s
1 km = 1000 m
1 uur = 3600 sec
72 km/u = 72000 m/3600 sec = 20 m/s

Slide 13 - Slide

Omrekenen
Van m/s naar km/u
1 km = 1000 m
1 uur = 3600 sec
20 m/s = 20 m/s x 3600 sec = 72000 m/u = 72 km/u

Slide 14 - Slide

Omrekenen
Van m/s naar km/u --> vermenigvuldigen met 3,6
Van km/u naar m/s -->  delen door 3,6

Slide 15 - Slide

Tijdnotatie voor
10 voor half 3 's middags.
A
2:10
B
2:20
C
14:20
D
14,20

Slide 16 - Quiz

Op de klok staat 10 over half 10.
Je fietst 0,45 uur.
Hoe laat is het dan?

Slide 17 - Open question

25 m/s is ... km/u
afronden op 1 decimaal
A
6,9 km/u
B
25 km/u
C
90 km/u

Slide 18 - Quiz

Aanpak rekenopgave
Johan en Maaike fietsen naar school.
De afstand van huis naar school is 7 km.
Ze vertrekken om 10 voor half 9 van huis
en komen om 8:55 uur aan. 
Wat is hun gemiddelde snelheid?

Slide 19 - Slide

Wat is gegeven?
Afstand is 7 km
Vertrek is 8:20 uur
Aankomst is 8:55 uur

Slide 20 - Slide

Wat wordt gevraagd?
Gemiddelde snelheid = afstand gedeeld door de tijd

Afstand is 7 km
Tijd nodig: 8:55 uur - 8:20 uur = 35 minuten

Slide 21 - Slide

Berekening
Gemiddelde snelheid = afstand gedeeld door de tijd
Afstand is 7 km
Tijd nodig: 8:55 uur - 8:20 uur = 35 minuten


Slide 22 - Slide

Berekening
Gemiddelde snelheid = afstand gedeeld door de tijd
Afstand is 7 km
Tijd nodig: 8:55 uur - 8:20 uur = 35 minuten


Slide 23 - Slide

Berekening
Gemiddelde snelheid = afstand gedeeld door de tijd
Afstand is 7 km
Tijd nodig: 8:55 uur - 8:20 uur = 35 minuten


Slide 24 - Slide

Check
Gemiddelde snelheid = afstand gedeeld door de tijd
Afstand is 7 km
Tijd nodig: 8:55 uur - 8:20 uur = 35 minuten
Gem snelheid = 12 km/u

Slide 25 - Slide

Check
Gemiddelde snelheid = afstand gedeeld door de tijd
Afstand is 7 km
Tijd nodig: 8:55 uur - 8:20 uur = 35 minuten
Gem snelheid = 12 km/u

Kan dat?

Slide 26 - Slide

En nu?
Les 6 en lestoets 6 Meten en meetkunde in het verkeer afmaken

Slide 27 - Slide