Uitleg grammar (theme 2) HAVO/VWO

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Grammar 

Present perfect

I have played football for 13 years. 

My sister has travelled to 4 different countries so far. 

Present perfect (how to make)

Have / has + verleden tijd 

I have never travelled to Paris. 

of 

have / has + 3e rijtje.

She has been a doctor since 2004.  

Wanneer gebruiken?

Als het te maken heeft met de 'present'. 

Begonnen in het verleden en tot nu doorgaat. 

Of 

Iets heeft een resultaat in het 'nu'. 

Begonnen in het verleden en tot nu doorgaat. 

My sister has played volleyball since she was 7 years old. 

Iets heeft een resultaat in het 'nu'. 

Je staat voor een dichte deur, en je kunt het huis niet in. 

I have forgotten my keys. 

Let op deze woorden

since, for, so far, never, already, ever. 

Bij deze woorden heb je eigenlijk altijd een present perfect nodig. 

Deel 2: Modals

Should = advies + mening (zou moeten)

You should be nicer to your brother. 

Modals

Must: Als je zelf vindt dat het moet, vanuit overtuiging of omdat het belangrijk is. 

I must do well on this test. I need a good grade. 

Modals

Have to: Als iemand anders vindt dat het moet, of vanuit regels. 

Mom: "You have to be home at eight o'clock!"

Modals (part 2)

Be able to

Can

Could

Be able to

I am not able to come to your party. I have to stay home to watch my sister. 

be able to: gebruik je als je over 'ability' praat. 

'is het mogelijk'

Can

Can I go to my friend this weekend?

You can play the guitar very well. 

Gebruik je bij: Toestemming, mogelijkheid, vaardigheid/ iets kunnen, verzoeken. 

Could

Excuse me, could you move over, please?

We could see the new movie tonight. 

Gebruiken bij: mogelijkheid + beleefde verzoeken. 

Belangrijk!

Na een 'modal' komt altijd het hele werkwoord (infinitief). 

My friend should be more careful. 

He almost fell today.