1G2 - 30 mei 24 - Vakdidactiek I - want/omdat

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Les taalbeschouwing Vakdidactiek I

Taak 3, thema 5 - Disk online

De zinnen staan verkeerd. Schrijf nieuwe zinnen, waarin de woorden in de goede volgorde staan.

Voorbeeld: 

Ik mooi vind deze vrouw, omdat heeft zij haar mooi.

Taak 3, thema 5 - Disk online

De zinnen staan verkeerd. Schrijf nieuwe zinnen, waarin de woorden in de goede volgorde staan.

Voorbeeld: 

Ik deze mooi vind foto, want lief kijkt baby deze.

Taak 3, thema 5 - Disk online

1. Schrijf de zinnen, in tweetallen (ieder op eigen laptop):

Lena - Jarik

Axi - Mia

Mina - Olga

Anastasiia - Salikh

Nastia - Roman - Masha

Vlada - Renat

Pasha - Eva

Taak 3, thema 5 - Disk online

De zinnen staan verkeerd. Schrijf nieuwe zinnen, waarin de woorden in de goede volgorde staan.

Taak 3, thema 5 - Disk online

Taak 3, thema 5

- Bekijk de foto's in groepjes (groepjes staan op een volgende dia)

- Kies een post-it uit

- Maak een zin met 'want' of 'omdat'

- Plak de post-it op de foto

Voorbeeld:

Voorbeeld:

mooi                                                                                                                                                       

Voorbeeld:

Ik vind deze man mooi, want hij heeft een mooie lach

Voorbeeld: omdat

Ik vind deze man mooi, omdat hij heeft een mooie lach

Voorbeeld: omdat

Ik vind deze man mooi, omdat hij een mooie lach heeft

Voorbeeld:

Ik vind deze man mooi, omdat hij een mooie lach heeft

Ik vind deze man mooi, want hij heeft een mooie lach

Taak 3, thema 5

Maak vier groepjes:

Lena - Jarik- Pasha - Eva

Axi - Mia- Mina - Olga

Anastasiia - Salikh - Masha

Nastia - Roman- Vlada - Renat

(zie voorbeeld dia)

Voorbeeld:

Ik vind deze man mooi, omdat hij een mooie lach heeft

Ik vind deze man mooi, want hij heeft een mooie lach

Binnen/buitenkring

Ga tegenover elkaar staan.

Leerling a vraagt: ‘Wie vind jij leuk?’

Leerling b antwoordt: ‘Ik vind... leuk, omdat/want..... 

En jij? Wie vind jij leuk?’

Leerling a antwoordt: ‘Ik vind .... leuk .’

Leerling a vraagt: 'Waarom vind je hem/haar leuk?'

Leerling b geeft antwoord. En stelt de vragen dan ook aan de ander. 
Stel elkaar ook andere vragen. Bijvoorbeeld: Wie vind je mooi? Wie vind je stom? 

Na 1 minuut schuif je door!

Huiswerk voor woensdag 29 mei:

- DISK online: 

Thema 5:

Alle bronnen en bouwstenen heb je gemaakt.