4 Havo Marktvormen en marktfalen par. 1.4 lesweek 4 januari 2021

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Ik heb opgaven 29 en 32 in Teams geupload!
Ja
nee

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

4 marktvormen:
1. Monopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Monopolistische concurrentie
4. Oligopolie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

MONOPOLIE
VOLKOMEN CONCURRENTIE
MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE
OLIGOPOLIE
2
Aanbieders: één

Heterogeen / homogeen: beide

1
Aanbieders: veel

Heterogeen / homogeen: heterogeen


3
Aanbieders: enkele

Heterogeen / homogeen: beide

4
Aanbieders: veel

Heterogeen / homogeen: homogeen

Slide 9 - Drag question

I. Bij monopolistische concurrentie is er altijd sprake van heterogene producten.
II. De kans op een kartel is bij een oligopolistische marktvorm veel groter dan bij volkomen concurrentie.

A
Beide beweringen zijn juist.
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

5

Slide 14 - Video

Heb je de uitleg over monopolistische concurrentie begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Vragen?
VRAGEN

Slide 16 - Slide

00:13
Hoe komt het dat de winsten bij monopolistische concurrentie zo laag zijn?

Slide 17 - Open question

01:12
Kan een aanbieder op deze markt zelf zijn prijs bepalen? Prijszetter
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

01:23
Waarom kijkt de aanbieder naar het punt MO = MK ?
A
Daar maakt hij geen winst en geen verlies
B
Daar is zijn omzet maximaal
C
Daar is zijn winst maximaal
D
Dat heeft de overheid besloten dat dit moet

Slide 19 - Quiz

02:20
Wat gebeurt er als andere ondernemers zien dat een restaurant winst maakt?

Slide 20 - Open question

04:00
Waarom is het precies op dit punt dat er geen extra aanbieders op de markt komen?
A
Er is geen ruimte meer beschikbaar om een restaurant te beginnen
B
Je maakt geen winst meer.
C
Je omzet is hier maximaal
D
Er zijn geen mensen meer die een restaurant zouden willen beginnen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide