7.2 intro afronden 7.1 kader/mavo

7.2 Krachten tekenen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

7.2 Krachten tekenen 

Slide 1 - Slide

Programma
Herhalen 7.1 
Uitleg 7.2
Maken 7.2   Kader Maken 14 t/m 17
maken 21 t/m 25
Mavo: uitleg zwaartekracht. Maken 27 t/m 31 
 

Slide 2 - Slide

De afkorting van kracht is...
A
K
B
Z
C
P
D
F

Slide 3 - Quiz

De afkorting van wrijvingskracht is ....
A
Fw
B
Fz
C
Fk
D
Fp

Slide 4 - Quiz

Krachten kan je herkennen aan 3 effecten, wat zijn deze?

Slide 5 - Open question

Benoem een soort kracht

Slide 6 - Mind map

Kader Maken 10 t/m 13

Slide 7 - Slide

zwaartekracht
  • de zwaartekracht werkt altijd naar beneden
  • de zwaartekracht meet je met een kracht- meter
  • de eenheid van de zwaartekracht is newton(N)

Slide 8 - Slide

zwaartekracht
bij alles wat je optilt voel je een kracht, dit is zwaartekracht.

hoe kleiner het gewicht hoe minder zwaartekracht

Fz = m x g

Slide 9 - Slide

Zwaartekracht
Hoe zwaarder een voorwerp, hoe groter de zwaartekracht.
De zwaartekracht meten we in Newton (N).
De zwaartekracht kun je meten met een 
krachtmeter

1 kg = 10 N
100 g = 1 N

Slide 10 - Slide

Zwaartekracht
Berekenen van zwaartekracht.


F = de zwaartekracht 
m = de massa (in kg)
g = valversnelling(10 N/kg)



Fzw=mg

Slide 11 - Slide

Hoe bereken je de zwaartekracht?
Zwaartekracht = Massa x 10

Slide 12 - Slide


allen: Bespreken 10 t/m 13
Mavo: maken 27 t/m 32

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Ken je de eenheid van kracht;
  • Kun je een kracht tekenen;
  • Kan je het aangrijpingspunt van een kracht aangeven

Slide 14 - Slide

Krachten tekenen
Bij een kracht zijn drie eigenschappen belangrijk.:
  • Het aangrijpingspunt; een punt van het voorwerp waarop de kracht werkt. 
  • De richting; een kracht heeft altijd een richting. Werkt de kracht naar links, naar rechts, boven of onder? 
  • De grootte; hoe groter de kracht des te groter is het effect.

Slide 15 - Slide

Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl. 

  • Het aangrijpingspunt is het begin van de pijl. 
  • De richting van de pijl is de richting van de kracht.
  • De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Een grotere kracht teken je met een langere pijl. Bij de pijl zet je een letter F.

Slide 16 - Slide

Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl. 

  • Het aangrijpingspunt is het begin van de pijl. 
  • De richting van de pijl is de richting van de kracht.
  • De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Een grotere kracht teken je met een langere pijl. Bij de pijl zet je een letter F.

Slide 17 - Slide

Krachtenschaal
1 cm ≙ 5 N

≙ betekend 'komt overeen met'

Je kan de lengte van de pijl of de grootte van de kracht uitrekenen met een verhoudingstabel.

Slide 18 - Slide

Een kracht teken je met een pijl. De lengte van de pijl is lang, dit geeft aan ...
A
het soort kracht
B
hoe klein de kracht is
C
hoe groot de kracht is

Slide 19 - Quiz

Het tekenen van de krachtpijl doen we altijd met potlood en liniaal. We geven hierbij aan wat voor kracht het is met F.
Wat mist er nog?
A
Je moet de schaalverdeling nog noteren ( 1 cm= ... N)
B
Je moet het aangrijpingspunt nog bepalen en vanuit daar tekenen
C
Je moet het meetbereik noteren
D
Je moet altijd 2 pijlen tekenen

Slide 20 - Quiz

Je ziet een krachtpijl getekend. 1 c, = 200 N. Je meet met je liniaal 2,5 cm. Hoeveel is de kracht?
A
200 N
B
250 N
C
500 N
D
750 N

Slide 21 - Quiz

Want...
1 cm = 200 N, je hebt 2,5 cm
                                                                               -->  x2,5




                                                                               --> x2,5
Lengte (cm)
1
2,5
Kracht (N)
200
(200 x 2,5=) 500 N

Slide 22 - Slide

Huiswerk

Kader 7.2 maken opgave 14 t/m 18 & 21 t/m 25
Mavo Maken 27 t/m 34

Slide 23 - Slide