PV en VD in enkelvoudige zinnen M3

Persoonsvorm en voltooid deelwoord
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Persoonsvorm en voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Op welke drie manieren
vind je de pv?

Slide 2 - Mind map

Een vraagzin maken
Ik kijk de hele middag Youtube. 
Kijk ik de hele middag Youtube?

De pv komt vooraan te staan. Let op! De pv is altijd een werkwoord.

Wanneer kijk ik Youtube?

Nog steeds is 'kijk' de pv en niet 'wanneer'. 

Slide 3 - Slide

De tijd veranderen
Wij gaan in de pauze een broodje halen. = Tegenwoordige tijd

Wij gingen in de pauze een broodje halen. = Verleden tijd

'gaan' is dus de pv.

Slide 4 - Slide

Aantal veranderen
Mijn telefoon is vanmorgen ingenomen. 

Mijn telefoons zijn vanmorgen ingenomen.

PV = altijd een ww, dus: 'is' is de pv.

Slide 5 - Slide

Welke regel hoort bij de PVTT?
Sterke werkwoorden veranderen van klank, dus die hebben geen regels. 
Bijv.                  ik loop - ik liep                ik schrijf - ik schreef

Zwakke werkwoorden hebben wel een regel: ik-vorm + t.
Bijv.                 ik loop -    hij/zij/u/het loopt
                         ik schrijf-  hij/zij/u/het schrijft

Slide 6 - Slide

Welke regel hoort bij de PVTT?
Ik werk bij de Jumbo.

Hij werkt bij de Jumbo.

Ik word in november 16.

Hij wordt in november 16.

Slide 7 - Slide

Welke regel hoort bij het
VD en VT?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

't ex kofschip
Het gaat om de medeklinkers: t, x, k, f, s, ch en p.

Wanneer de stam eindigt op een van deze letters, komt er voor het voltooid deelwoord (en de verleden tijd) een T achter. Zo niet, dan een D.

werken - en = stam: werk. VD= gewerkt. VT = werkte
bouwen - en = stam: bouw. VD = gebouwd. VT = bouwde
landen - en = stam: land. VD = geland. VT = landde

Slide 10 - Slide

De minister .... haar uitspraken in de talkshow. (betreuren - PVTT)
Na schooltijd .... hij altijd een uur met zijn hond. wandelen - PVVT)
Zij heeft zich op haar presentatie ....... - (focussen - VD)

Slide 11 - Open question

Zelf werken
Cursus 7 Spelling
§ 11 Persoonsvorm en volt. deelwoord in enkelvoudige zinnen 
Opdracht 1-2-3

Slide 12 - Slide