samenstellingen en tussenletter-n oefening
1 / 17
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
panne...koek
A
pannekoek
B
pannenkoek
Slide 2 - Quiz
horloge...maker
A
horlogemaker
B
horlogenmaker
Slide 3 - Quiz
kippe...soep
A
kippesoep
B
kippensoep
Slide 4 - Quiz
boeke...bon
A
boekebon
B
boekenbon
Slide 5 - Quiz
stage...begeleider
A
stagebegeleider
B
stagenbegeleider
Slide 6 - Quiz
krente...bol
A
krentebol
B
krentenbol
Slide 7 - Quiz
tarwe....brood
A
tarwebrood
B
tarwenbrood
Slide 8 - Quiz
stad...centrum
A
stadcentrum
B
stadscentrum
Slide 9 - Quiz
hoogte...vrees
A
hoogtevrees
B
hoogtenvrees
Slide 10 - Quiz
dorp...school
A
dorpschool
B
dorpsschool
Slide 11 - Quiz
groente...stoofpot
A
groentestoofpot
B
groentenstoofpot
Slide 12 - Quiz
blinde...geleidenhond
A
blindegeleidenhond
B
blindengeleidenhond
Slide 13 - Quiz
bejaarde...verzorgster
A
bejaardeverzorgster
B
bejaardenverzorgster
Slide 14 - Quiz
zonne...panelen
A
zonnepanelen
B
zonnenpanelen
Slide 15 - Quiz
vitamine...gebrek
A
vitaminegebrek
B
vitaminengebrek
Slide 16 - Quiz
A
