This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
H6 opdr 10-28, kwadratische verbanden
Slide 1 - Slide
Wat hebben we vorige keer gedaan?
Geleerd wat een periodiek verband is
De begrippen amplitude, evenwichtsstand, periode, top en dal geleerd
Slide 2 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Rekenen met kwadraten en negatieve getallen
Leren wat symmetrie is
Verdrietige en blije parabolen herkennen
Een goede rekenmachine kopen op straffe des corona's
Welke opdrachten je precies moet maken, staat in som
Slide 3 - Slide
Wat weet je al?
−52=
A
−52=25
B
−52=−25
Slide 4 - Quiz
Wat is dit dan?
(−3)2=
A
(−3)2=9
B
(−3)2=−9
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
Wat nu dan?
Maak nu de opdrachten die in som staan over dit onderwerp. Worden het verhaalsommen en gaat het ineens over formules? Stop dan met werken en ga naar de volgende slides.
Slide 7 - Slide
Een blije of verdrietige parabool
y=ax2+bx+c
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Hoe maak je daar nou opdrachten mee?
Vervang x door cijfers
Let op haakjes bij kwadraten
Zorg dat je goede spullen bij je hebt
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Maak wat in som staat
Ga nu verder met het huiswerk dat in som staat. Begrijp je nog niet alles of wil je graag verdieping? Kijk dan de volgende verdiepingsvideo nog.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Wat heb je geleerd?
Wat een kwadraat is
Wanneer je haakjes neer móet zetten en wanneer het niet hoeft
Wat symmetrie is
Hoe je een opdracht met een kwadratische formule maakt
Slide 14 - Slide
Wat doen we volgende les?
De coördinaten van de top/dal van een parabool berekenen