Uitlegles leerdoel 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Opstarten!

Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 

Ga rustig zitten op je plek.

Leg je wiskundespullen op tafel. 

Opbouw les 

• Start
• Vragen huiswerk
• Uitleg
• Aan de slag
• Afsluiten

Welke vragen heb je over het huiswerk? 

Noteer alleen het opgave nummer.

Hoe nakijken?

Open magister

Kies voor leerdoelen

Kies "wiskunde 12e editie en 13e editie"

Kies het juiste boek "1 vwo"

Klik op "antwoorden en uitwerkingen"

Druk op bekijken 

Maak zoek je juiste opgaven en kijk je werk na

Het maken van aantekeningen is niet verplicht, maar wel aan te raden.

Het is wel verplicht om aantekeningen te maken van de gedeelde lessen.

 

Ik kan werken met decimale getallen.

Ik kan werken met decimale getallen.

Succescriteria

Ik weet wat een decimaal getal is.

Ik kan een decimale getal plaatsen op een getallenlijn.

Ik kan een decimaal getal schrijven als een breuk en andersom.

Ik kan decimale getallen afronden.

3.4 decimale getallen

Een decimaal getal is een getal met één of meerdere cijfers achter de komma.

Decimale getallen 

van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=0,9

van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=0,9

​25​​4​​

van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=0,9

2​4​​3​​=

​25​​4​​=​100​​16​​=0,16

van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=0,9

2​4​​3​​=2​100​​75​​=2,75

​25​​4​​=​100​​16​​=0,16

​40​​9​​=

van breuk naar decimaal getal

​10​​9​​=0,9

2​4​​3​​=2​100​​75​​=2,75

​25​​4​​=​100​​16​​=0,16

​40​​9​​=​200​​45​​=​1000​​225​​=0,225

Afronden

Rond je een getal af op 2 decimalen, dan kijk je naar de derde decimaal.

5,9654321   

0,1,2,3 en 4 rond je af naar beneden

5,6,7,8 en 9 rond je af naar boven

Afronden

Rond je een getal af op 2 decimalen, dan kijk je naar de derde decimaal.

5,9654321   

0,1,2,3 en 4 rond je af naar beneden

5,6,7,8 en 9 rond je af naar boven

Notatie:  5,9654321 ≈ 5,96

Aan de slag

• Aantekeningen noteren van Leerdoel 1 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 1, opgaven 2, 3, 4, 6, 7cd, 8, 9, 10, 11
• Nakijken en verbeteren  met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 2 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 2, opgaven 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20
• Nakijken en verbeteren met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 3 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 3; opgaven 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29
• Nakijken en verbeteren met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 4 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 4; opgaven 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38a
• Nakijken en verbeteren  met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

Aan de slag

• Aantekeningen noteren van leerdoel 2 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 2, opgaven 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20
• Nakijken en verbeteren met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 3 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 3; opgaven 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29
• Nakijken en verbeteren met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 4 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 4; opgaven 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38a
• Nakijken en verbeteren  met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

Aan de slag

• Aantekeningen noteren van leerdoel 2 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 2, opgaven 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20
• Nakijken en verbeteren met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 3 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 3; opgaven 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29
• Nakijken en verbeteren met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

• Aantekeningen noteren van leerdoel 4 in je schrift (uitleg les of via LessonUp)
• Maken opgaven: leerdoel 4; opgaven 30, 32, 33, 34, 36, 37, 38a
• Nakijken en verbeteren  met het uitwerkingen boek en verbeter je vragen

Tot de volgende les!

Ga thuis verder met 

de lessen in LessonUp!

Hoe ging het maken van het huiswerk.

😒🙁😐🙂😃

EXIT

Noteer 3 dingen die je deze les hebt geleerd!

EXIT

Noteer 2 vragen die je hebt naar aanleiding van deze les.

EXIT

Noteer 1 tip voor mij als docent.

Aan de slag

Vul de exit-vragen in.

Maak een begin met de weektaak.

De leerdoelen 1, 2 en 3 moeten voor maandag af zijn.

Leerdoel 4 mag je al mee beginnen (nog geen huiswerk).

Aan de slag

Noteer eerst de aantekeningen in je schrift.

Maak de opgaven uit de gedeelde lessen.

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.

Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 

Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt? Vraag eerst je klasgenoten!

Let ook op je notatie!

Lever in de foto-vragen en slides in.

Stappenplan

Stap 1    Noteer de vergelijking f(x) = g(x)

Stap 2   Bereken de x-coördinaat van het snijpunt.

           Los de vergelijking op met de balansmethode.

Stap 3   Bereken de y-coördinaat van het snijpunt.

           Vul de x-coördinaat die je net hebt berekend in                 een van de functievoorschriften.

Stap 4  Controleer het gevonden snijpunt.  

           Vul de x-coördinaat ook in de andere  

           functievoorschrift in.        

Stap 5 Noteer de coördinaten van het snijpunt.            

.

Bereken bij f(x) 7 - 5x en g(x) =28 - 8x de coördinaten van het snijpunt. 

Stap 1      f(x) = g(x)

              7 - 5x = 28 - 8x

Stap 2     -5x = 21 - 8x

              3x = 21

              x = 7

Stap 3     f(7) = 7 - 5 • 7 = 7 - 35 = -28 

Stap 4    g(7) = 28 - 8 • 7 = 28 - 56 = -28

Stap 5    De coördinaten van het snijpunt zijn (7,-28).

Coördinaten berekenen van een snijpunt van twee functies.

Begrippen voorkennis

Lineair verband

Lineaire formule

Hellingsgetal

Startgetal

Uitgedrukt in

exponentieel

groeifactor

Ik kan een functievoorschrift geven bij een 

formule en hiermee werken.

Succescriteria

Ik kan de begrippen functie, functievoorschrift, functiewaarde afhankelijke variabele en onafhankelijke variabele.

Ik kan een functievoorschrift maken bij een formule.

Aan de slag

Noteer eerst de aantekeningen in je schrift.

Maak opgaven: (8), 9, 10, 11, (12), 13, 14

Let ook op je notatie! 

Je mag de uitdagende opgaven ook proberen te maken.

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.

- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 

- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.

- Ben je thuis en je komt er echt niet uit? Zet er dan even een kruisje voor en vraag het de eerst volgende les.

Lever in je nagekeken uitwerkingen van opgaven 10 en 13b via de volgende slides.

Zelfstandig werken (op fluistertoon) aan je leerdoel.

Pak je iPad erbij en open de gedeelde les (leerdoel 1).

Neem de aantekeningen eerst over in je schrift.

Maak de opgaven.

Lukt een opgave niet?

Overleg bij vragen eerst met je klasgenoot.

Komen jullie samen er niet uit vraag mij om hulp.

EXIT

Noteer 2 vragen die je nog hebt naar aanleiding van deze les.

Afsluiten