BS 6 deel 1

BS 6
Drijven of zinken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

BS 6
Drijven of zinken

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van vorige les?

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat massa en volume zijn en je kent de symbolen die erbij horen.
  • Je kunt massa's en volumes omrekenen.
  • Je kunt uitleggen wat dichtheid betekent.
  • Je kunt de formule voor dichtheid uit het hoofd noemen en hiermee rekenen.

Slide 3 - Slide

Volume (V)
Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt. 
Dit schrijven we op in      
Het volume is dan:
Als je alles in cm invult

cm3
lengtebreedtehoogte

Slide 4 - Slide

De afmetingen van een balk zijn:
lengte = 2 cm
breedte = 3 cm
hoogte = 1 cm
Wat is het volume van de balk?
A
6cm
B
5cm
C
5cm2
D
6cm3

Slide 5 - Quiz

Massa = M
Volume = V
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

kan het dametje met de cm meten?

Slide 7 - Slide

Onderdompelmethode
Bedacht door Archimedes.
Wordt gebruikt om het volume van een lastig voorwerp te bepalen.
Volume =Eindstand - Beginstand

1 liter = 1 kubieke decimeter
1L=1dm3

Slide 8 - Slide

Vincent gebruikt de onderdompelmethode om te kijken wat het volume is van een bepaald voorwerp.
Het waterniveau in de maatbeker stijgt met 2L.
Wat is het Volume van het voorwerp?
A
1dm
B
2dm2
C
1dm3
D
2dm3

Slide 9 - Quiz

Welk voorwerp gebruik je voor het meten van het volume van een vloeistof?
A
balans
B
centimeter
C
maatcilinder

Slide 10 - Quiz

1 Liter is hetzelfde als:
A
1 dm3.
B
0,001 mL
C
1 mL

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Je hebt 10 seconden! Wat is zwaarder? Een kilo veren of een kilo lood?
A
Veren!
B
Lood!
C
Ga weg met je stomme vraag!

Slide 14 - Quiz

Dichtheid berekenen
Om de dichtheid van een stof te berekenen, moeten we de massa delen door het volume.


ρ=vm
Dichtheid=VolumeMassa

Slide 15 - Slide

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 16 - Slide

De formule voor dichtheid is
A
massa : volume
B
volume : massa
C
voluma x massa

Slide 17 - Quiz

wat is de formule voor dichtheid?

Slide 18 - Open question

De massa is 12 gram
het volume is 2 cm3.
wat is de dichtheid?
A
12: 2 = 6 g/ cm3
B
12x 2 = 24 g/ cm3
C
12/ 6= 2 g/ cm3

Slide 19 - Quiz

De massa = 10 g.
Het volume = 5 cm3.
Wat is de dichtheid?
A
5 : 10 = 0,5 g/cm3
B
10 : 5 = 2 g/cm3
C
5 x 10 = 50 g/cm3

Slide 20 - Quiz

Welke gegevens heb je nodig om de dichtheid van een stof te bepalen?

meerdere antwoorden mogelijk
A
de zwaarte
B
de grootte
C
het volume
D
de massa

Slide 21 - Quiz

Welke gegevens heb je nodig om van twee materialen te kunnen bepalen welke het lichtst is?
A
volume en massa
B
massa en gewicht
C
volume en gewicht
D
massa en zwaarte

Slide 22 - Quiz

Waarvoor kan de dichtheid van een stof niet worden gebruikt?
Selecteer alle juiste antwoorden.

meerdere antwoorden mogelijk
A
Wat de prijs per kilogram is
B
Wat het volume van de stof is
C
Wat de massa van een stof is
D
Wat de kleur van een stof is

Slide 23 - Quiz

Je hebt een stuk hout en een stuk metaal van dezelfde grootte. Het stuk metaal weegt zwaarder dan het stuk hout. Welke stofeigenschap bepaalt dit verschil?
A
de massa
B
het volume
C
de dichtheid
D
de grootte

Slide 24 - Quiz

Waarom is de dichtheid van een stof een stofeigenschap?
A
omdat twee stoffen nooit de zelfde dichtheid hebben
B
omdat dichtheid van een stof altijd het zelfde blijft
C
omdat dichtheid van een stof gemakkelijk te herkennen is
D
omdat de dichtheid hetzelfde is voor alle soorten stoffen

Slide 25 - Quiz

Er wordt gezegd dat zilver een lichter materiaal is dan goud.
Wat betekent dit?
A
goud heeft een groter gewicht dan zilver
B
goud heeft een grotere dichtheid dan zilver
C
goud heeft een groter volume dan zilver
D
goud heeft een grotere massa dan zilver

Slide 26 - Quiz

Volume duiden we aan met de letter...

Slide 27 - Open question