Vandaag gaan we een leuk cartoon figuurtje tekenen
bij een niet levend voorwerp.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingKunst+2BasisschoolGroep 6,7
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Items in this lesson
CARTOON
Vandaag gaan we een leuk cartoon figuurtje tekenen
bij een niet levend voorwerp.
Slide 1 - Slide
Tekst
Slide 2 - Slide
Wat ga je nu doen?
Je gaat een niet levend voorwerp zoeken dat je gaat gebruiken. Bijvoorbeeld drink beker, een stift, lego blokje, gebruik je fantasie. Kijk goed om je heen.
Je gaat zelf een stripfiguur maken/ontwerpen. Bijvoorbeeld een fantasiedier.
Je maakt eerst een schets met alleen potlood, hierna maak je het verbeterde ontwerp met kleur
Slide 3 - Slide
Wat wil ik zien?
Wat doet jouw stripfiguur met jouw gekozen voorwerp?
Welke emotie heeft jouw stripfiguur? Is hij/zij boos, verdrietig, blij of bang?
Slide 4 - Slide
Wat heb je nodig?
Een potlood
Een schets papier en een officeel tekenpapier
Je gekozen voorwerp
Stiften en/of potloden
Creativiteit
Slide 5 - Slide
Hoe ga je te werk?
Stap 1
Pak jouw voorwerp
Leg het op je teken blad
het hoeft niet helemaal je blad te bedekken, je kan het ook "afsnijden" of voor de helft laten wegvallen
Slide 6 - Slide
Stap 2
Teken het voorwerp over met potlood.
Leg het voorwerp daarna aan de kant.
Slide 7 - Slide
Stap 3
Teken je cartoon figuurtje bij het voorwerp, zo groot mogelijk.
Let op! Maak een schets.
Slide 8 - Slide
Stap 4
Maak de schets duidelijker en netjes met potlood en je mag het ook inkleuren.
Slide 9 - Slide
Nog wat extra inspiratie om je creativiteit aan te wakkeren !
Slide 10 - Slide
Wat staat er op je tekening?
- een niet levend tastbaar voorwerp
- een cartoon figuur
-emotie in het cartoon figuur
Slide 11 - Slide
Dit is een voorbeeld van een tekening die je kan maken.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Klaar?
Haal bij mij een gekleurd papier, hierop schrijf je een stukje tekst over het proces van je ontwerp:
1. Hoe heb ik dit idee bedacht?
2. Wat vond ik lastig?
3. Wat ging goed?
4. Wat wil ik de volgende keer anders doen?
5. Wat heb ik getekend? Wat gebeurt er?
6. Hoe noem ik mijn creatie?
Daarna plak je tekening op het gekleurde papier, zodat je aan de ene kant je tekening hebt en aan de andere kant je stukje tekst.