7.3 Het strafrecht in Nederland

Wat behoort tot het privaatrecht?
A
Strafrecht
B
Staatsrecht
C
Bestuursrecht
D
Ondernemingsrecht
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Middelbare school

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat behoort tot het privaatrecht?
A
Strafrecht
B
Staatsrecht
C
Bestuursrecht
D
Ondernemingsrecht

Slide 1 - Quiz

Wat valt niet onder publiekrecht?
A
privaatrecht
B
bestuursrecht
C
staatsrecht
D
strafrecht

Slide 2 - Quiz

15: Behoort tot het publiekrecht
A
Personen en familierecht
B
Ondernemingsrecht
C
Strafrecht
D
Vermogensrecht

Slide 3 - Quiz

Welk wetboek regelt de boetes
A
wetboek van strafrecht
B
Grondwet
C
Wetboek van strafvordering
D
Wegenverkeerswet

Slide 4 - Quiz

Wat past een rechter toe als je de wet overtreedt?
A
Recht
B
Plicht
C
Strafrecht
D
Strafplicht

Slide 5 - Quiz

Waaronder valt deze rechtszaak tegen deze meneer?
A
Civiel recht
B
Burgerlijk recht
C
Strafrecht
D
Bestuursrecht

Slide 6 - Quiz

Vraag 4. Is wraak en vergelding nog steeds een doelstelling van het huidige strafrecht? (blz 85)
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Overtredingen zoals discrimineren of illegaal downloaden staan in...
A
de Milieuwet
B
De Wegenverkeerswet
C
de Leerplichtwet
D
het Wetboek van Strafrecht

Slide 8 - Quiz

Het Nederlands recht is verdeeld in:

A
korte straffen en lange straffen
B
hoge en lage rechters
C
privaatrecht en strafrecht

Slide 9 - Quiz

Waar staan de belangrijke beginsels van de rechtstaat in (zoals recht op een eerlijk proces en onschuldpresumptie)?
A
wetboek van strafrecht
B
wetboek van strafvordering
C
grondwet
D
burgerlijk wetboek

Slide 10 - Quiz

Van welk type rechtspraak is er meestal sprake in het tv-programma De Rijdende Rechter?
A
Civiel recht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Mediarecht

Slide 11 - Quiz

Overtredingen zoals door rood rijden of zonder helm op rijden staan in...
A
de Milieuwet
B
de Wegenverkeerswet
C
de Leerplichtwet
D
het Wetboek van Strafrecht

Slide 12 - Quiz

Overtredingen zoals poep laten liggen of zomaar giftige stoffen weggooien staan in...
A
de Milieuwet
B
de Wegenverkeerswet
C
de Leerplichtwet
D
het Wetboek van Strafrecht

Slide 13 - Quiz

Wanneer wordt je berecht volgens het adolescenten strafrecht?
A
Als je 23 bent maar je gedraagt als 12
B
Wanneer je 16 bent maar je gedraagt als 30
C
Iedereen in de leeftijd 16-23
D
Iedereen die ouder is dan 18 en jonger is dan 30

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN uitgangspunt van het strafrecht?
A
Je bent onschuldig tot het tegendeel is bewezen
B
Er wordt rekening gehouden met de situatie waarin het delict is gepleegd
C
Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict
D
Je hebt recht op een eerlijk proces bij een afhankelijke en onpartijdige rechter

Slide 15 - Quiz

Rechtbank
Hoge Raad
Gerechtshof
Hoogste rechtsorgaan
Hoger beroep tegen vonnis rechtbank
Toetst vonnissen van lagere rechters
Strafrechter
Kantonrechter

Slide 16 - Drag question

Vraag 3: Behandelt zaken in hoger beroep:
A
Kantonrechter
B
Gerechtshof
C
Rechtbank
D
Hoge Raad

Slide 17 - Quiz

11: Kunnen niet in hoger beroep gaan
A
Verdachten
B
Officier van justitie
C
Slachtoffers
D
Advocaat

Slide 18 - Quiz

Hieronder staat een aantal zaken.
Welke zaak wordt door de politierechter behandeld?
A
Overval
B
Winkeldiefstal
C
Overval in hoger beroep
D
Verkrachting

Slide 19 - Quiz

Wél een recht van een verdachte
Geen recht van een verdachte
Recht om te weten waarvan je wordt verdacht
Recht om te zwijgen
Schuldig tot de rechter je onschuldig heeft verklaard
Recht om in hoger beroep te gaan
In de wet staat de minimumstraf beschreven

Slide 20 - Drag question