overmaat

H8 rekenen aan reacties

1 / 20

Slide 1: Slide

Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

Lesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H8 rekenen aan reacties

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

Leerdoelen
Uitleg
Leerdoelen behaald?
Huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Ik begrijp massaverhoudingen
Ik kan massaverhoudingen omrekenen
Ik weet wat overmaat is
Ik kan overmaat berekenen

Slide 3 - Slide

Voor het recept voor een lekkere cake voor 7 personen, heb ik 125 gram boter nodig.
Hoeveel boter heb ik nodig als ik een cake wil maken voor 113 personen?
Laat zien hoe je aan je antwoord komt!

Slide 4 - Open question

Rekenen aan reacties

Slide 5 - Slide

Stap 1: een lege verhoudingstabel

Slide 6 - Slide

Stap 2: waar gaat het over?

Personen

Boter (g)

Slide 7 - Slide

Stap 3: welke verhouding ken je al?

Personen 7

Boter (g) 125

Slide 8 - Slide

Stap 4: welke wil je weten?

Personen 7 113

Boter (g) 125

Slide 9 - Slide

Stap 5: welke wil je weten?

Personen 7 113

Boter (g) 125 ?????

Slide 10 - Slide

Stap 6: uitrekenen verhouding 1: ....

Personen 7 1 113

Boter (g) 125 17,857....

: 7

Slide 11 - Slide

Stap 7: uitrekenen nieuwe verhouding

Personen 7 1 113

Boter (g) 125 17,857.... 2017,86

: 7

x 113

Slide 12 - Slide

Stap 8: conclusie opschrijven

Dus voor 113 personen heb ik 2017,86 gram boter nodig

Slide 13 - Slide

Voorbeeld

Hoeveel zuurstof is er nodig voor de verbranding van 20 gram methaan?

Reactievergelijking: CH₄ (g) + 2 O₂ (g) --> 2 H₂O (g) + CO₂ (g)
Massa opzoeken: C = 12,0 u, H = 1,0 u, O =16,0 u
Massaverhoudingen CH₄ en O₂: ((12,0) + (4 x 1,0)) : (2 x (16,0 x 2)) = 16,0 : 64,0
Dus voor elke 16,0 u methaan is 64,0 u zuurstof nodig.
Nu heb ik alles wat ik nodig heb

Slide 14 - Slide

Oplossing

CH₄ 16,0 (u) 1 20 (g)

2 O₂ 64,0 (u) 4 80 (g)

: 16

x 20

Slide 15 - Slide

Eindantwoord

Dus voor verbranding van 20 g methaan is 80 g zuurstof nodig

Slide 16 - Slide

Overmaat

Voor pannekoeken is 0,5 L melk nodig en 250 g bloem. Ik heb echter 2,8 L melk en 1800 g bloem.

Welke stof is in overmaat?

Slide 17 - Slide

Oplossing 1

Melk (L) 0,5 1 2,8

Bloem (g) 250 500 1400

: 0,5

x 2,8

Slide 18 - Slide

Oplossing 2

Melk (L) 0,5 0,002 3,6

Bloem (g) 250 1 1800

: 250

x 1800