VWO 2 unité 5 Vocabulaire + aanwijzend vnw

Bonjour! 

* oefenen apprendre 1,2,3
* aanwijzend vnw (aantek) 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour! 

* oefenen apprendre 1,2,3
* aanwijzend vnw (aantek) 

Slide 1 - Slide

Apprendre 1,2,3
Tu te souviens? 

Slide 2 - Slide

Het kasteel=

Slide 3 - Open question

de toerist=

Slide 4 - Open question

een bezienswaardigheid=

Slide 5 - Open question

de oorlog=

Slide 6 - Open question

de terrassen=

Slide 7 - Open question

u ziet=

Slide 8 - Open question

zij heeft gezien=

Slide 9 - Open question

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 10 - Slide

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 11 - Quiz

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 12 - Quiz

Toelichting aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands 
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
 Dat = aanwijzend vnw

Slide 13 - Slide

En dan nu in het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord ná het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 14 - Slide

Aanwijzend vnw [aantekening] deel 2
* Woorden [met lidwoord un / le] zijn mannelijk. De volgende stappen zijn voor woorden in het MANNELIJK ENKELVOUD 

Stap 3a: controleer of het woord begint met een klinker / h 
Gebruik: CET.  par exemple: Cet hôtel est fermé.
Stap 3b: mannelijk enkelvoud. Gebruik: CE
par exemple: Ce garçon travaille bien!

Slide 15 - Slide

Stappenplan aanwijzend vnw [ aantekening!]
deel 1
Stap 1 : Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord. 
Staat het in het meervoud? [meestal eindigt het op  x / s.] --> gebruik CES
par exemple: Ces garçons ont beaucoup de devoirs  
Stap 2: is het woord vrouwelijk? [woorden uit je woordenlijst met lidwoord "la"] --> gebruik CETTE
par exemple: Cette salade est délicieuse.

Slide 16 - Slide

Let op! 


Om aan te geven of iets dichtbij of verder weg is, kun je ook nog -ci of -là toevoegen;
Ce jean-ci= deze spijkerboek (dichtbij)
ce jean-là= die spijkerbroek daar (verder weg) 

Slide 17 - Slide

 even oefenen:

Slide 18 - Slide

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
villes

table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 19 - Drag question

_____ livre [mnl!]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 20 - Quiz

________ village [mnl!)
A
cette
B
ce
C
ces
D
cet

Slide 21 - Quiz

______agenda
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 22 - Quiz

________ filles
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 23 - Quiz

_______ billet
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 24 - Quiz

______ soirée
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 25 - Quiz

------ visiteurs
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 26 - Quiz

_____ acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 27 - Quiz

_______ émission (v)= uitzending
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 28 - Quiz

________ monument
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 29 - Quiz

______ rivière
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 30 - Quiz

Ik ken de woorden van apprendre 1,2,3 en ik begrijp het aanwijzend vnw
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Maak nu; 

exercice 16 A t/m 16 E, page 65 
leer apprendre 4,5 (herhaal 1,2,3) page 77

Slide 32 - Slide