2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980

Vandaag


2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980



1 / 42
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag


2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980



Slide 1 - Slide

§ 2.4 leerdoelen 
Globalisering na 1980
Als je deze paragraaf hebt bestudeerd, kun je:
  •  verklaren waardoor mno’s (multinationale ondernemingen) de motor achter (economische) globalisering vormen.
  • beschrijven welke gevolgen van globalisering optreden in verschillende landen.
  •  beoordelen waardoor niet alle gebieden voordeel hebben van globalisering.


Slide 2 - Slide

wat is dekolonisatie?
A
de economische groei van een bepaald land
B
het proces waarbij landen gekoloniseerd worden
C
het proces waarbij kolonies zelfstandig worden
D
het uiteenvallen van een land

Slide 3 - Quiz

Welke periode was het hoogtepunt van het imperialisme?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 4 - Quiz

Economische globalisering versnelt
Economische globalisering na 1980 in stroomversnelling door:

Slide 5 - Slide

Economische globalisering versnelt
Economische globalisering na 1980 in stroomversnelling door:
  • Mno’s omspannen de wereld en zijn verbonden via netwerken

Slide 6 - Slide

Economische globalisering versnelt
Economische globalisering na 1980 in stroomversnelling door:
  • Deregulering en liberalisering, de grenzen gaan open (onder andere China, India en voormalige Sovjet Unie)

Slide 7 - Slide

Economische globalisering versnelt
Economische globalisering na 1980 in stroomversnelling door:
  • Transport- en communicatietechnologie in stroomversnelling

Slide 8 - Slide

Economische globalisering versnelt
Economische globalisering na 1980 in stroomversnelling door:
  • Mno’s omspannen de wereld en zijn verbonden via netwerken
  • Deregulering en liberalisering, de grenzen gaan open (onder andere China, India en voormalige Sovjet Unie)
  • Transport- en communicatietechnologie in stroomversnelling

Slide 9 - Slide

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Ontstaan van een nieuwe internationale arbeidsverdeling als gevolg van uitschuiving en doorschuiving. 

Slide 10 - Slide

Wat is de kern van de nieuwe internationale arbeidsverdeling?
A
Productieketen wordt uitgeschoven naar lagelonenlanden
B
De global shift en de opkomst van de 4de sector
C
NGO's versus MNO's
D
De tegenstelling tussen de fast en de slow world

Slide 11 - Quiz

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Ontstaan van een nieuwe internationale arbeidsverdeling als gevolg van uitschuiving en doorschuiving. Hoe ziet die nieuwe verdeling eruit?
Centrum
  • Commando (beslis)centra van de bedrijven
  • Research & Development (R&D)
  • Marketing

(Semi)periferie

  • Maakindustrie
  • Lagere dienstverlening  

Slide 12 - Slide

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Ontstaan van een nieuwe internationale arbeidsverdeling als gevolg van uitschuiving en doorschuiving. 
Welke ontwikkelingen zijn er in die arbeidsverdeling?
Maakindustrie van centrum naar (semi)periferie.
Hoofdkantoren in centrum, uitvoering in (semi)periferie.
Dienstverlenende en kennisintensieve bedrijven verdwijnen uit centrumlanden.
Dit proces heet: 


Slide 13 - Slide

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Ontstaan van een nieuwe internationale arbeidsverdeling als gevolg van uitschuiving en doorschuiving. 
Welke ontwikkelingen zijn er in die arbeidsverdeling?
Maakindustrie van centrum naar (semi)periferie.
Hoofdkantoren in centrum, uitvoering in (semi)periferie.
Dienstverlenende en kennisintensieve bedrijven verdwijnen uit centrumlanden.
Dit proces heet: Offshoring


Slide 14 - Slide

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Hoe komt het dat perifere landen nauwelijks kunnen ontsnappen aan de armoede?
Grondstoffen worden onder slechte omstandigheden en tegen lage prijzen weggekocht door rijkere landen.


Deze uitbuiting door centrumlanden noem je:



Slide 15 - Slide

Ruimtelijke gevolgen van globalisering
Hoe komt het dat perifere landen nauwelijks kunnen ontsnappen aan de armoede?
Grondstoffen worden onder slechte omstandigheden en tegen lage prijzen weggekocht door rijkere landen.


Deze uitbuiting door centrumlanden noem je:
neokolonialisme


Slide 16 - Slide

Globalisering na 2010 
Welke twee grote landen hebben zich op economisch vlak de laatste decennia ontzettend snel ontwikkeld?



Slide 17 - Slide

Globalisering na 2010 
Welke twee grote landen hebben zich op economisch vlak de laatste decennia ontzettend snel ontwikkeld?
China en India


Slide 18 - Slide

Globalisering na 2010 
Welke twee grote landen hebben zich op economisch vlak de laatste decennia ontzettend snel ontwikkeld?
China en India

Welke Aziatische Tijgers kennen ook zo’n snelle economische ontwikkeling?


Slide 19 - Slide

Globalisering na 2010 
Welke twee grote landen hebben zich op economisch vlak de laatste decennia ontzettend snel ontwikkeld?
China en India

Welke Aziatische Tijgers kennen ook zo’n snelle economische ontwikkeling?

Zuid-Korea, Maleisië en Singapore

Slide 20 - Slide

Globalisering na 2010 
Het mondiaal economisch zwaartepunt lijkt te 
verschuiven naar de
Pacific Rim
We spreken dan ook wel van een:
global shift

Slide 21 - Slide

Globalisering na 2010 
Daarnaast halen bedrijven ook steeds meer delen van de keten terug, 
dit proces heet:  



reshoring

Slide 22 - Slide

Om welke redenen doen bedrijven aan reshoring?

Slide 23 - Mind map

Globalisering na 2010 
Om welke redenen doen bedrijven aan reshoring?
duurzaamheid
kortere levertijden
kwaliteitsbewaking
transportkosten
afhankelijkheid

Slide 24 - Slide

Wat is het verband?

Slide 25 - Slide

wat is het verband?

Slide 26 - Open question

Wat heeft deze grafiek te maken met doorschuiving?

Slide 27 - Slide

Wat heeft deze grafiek te
maken met doorschuiving?

Slide 28 - Open question

Nieuwe afzetmarkten
Mno’s gaan opzoek naar nieuwe afzetmarkten. Waarom zal IKEA zich vestigen in China?

Slide 29 - Slide

De triade
Noord-Amerika, de EU en Oost-Azië beheersen de wereldhandel en worden samen de triade
genoemd.

De internationale goederen-
en kapitaalstromen verlopen
voornamelijk tussen
Noord-Amerika, de EU en
Japan.

Slide 30 - Slide

Fast world, slow world en fragmentarische modernisering
bepaalde regio's of economische sectoren in een land maken wel gebruik van moderne hulpmiddelen en andere delen niet

Slide 31 - Slide

Verschillen binnen een regio
Regionale ongelijkheid kan optreden wanneer centrum-gebieden de armere regio’s afromen.
Het centrum onttrekt dan bijvoorbeeld arbeid, kapitaal en grondstoffen aan de periferie.

De periferie komt zo in een negatieve spiraal en krijgt te maken met backwash-effecten.

Maar kan ook gepaard gaan met positieve spread-effecten.
Negatieve invloed van een gebied op de economische ontwikkeling van een ander gebied. Groei van centrum staat niet los van krimp van periferie.
positieve economische invloed van een welvarender gebied op een ander gebied (zoals investeringen, overdracht van kennis) waardoor welvaart in het andere gebied toeneemt.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

3

Slide 34 - Video

01:05
Wat wordt er bedoeld met 'the fast world'?
A
een wereld waarin geld in snel tempo wordt verdiend
B
het deel van de wereld waar de rijkste mensen wonen
C
burgers die zich steeds sneller en efficiënter door de wereld bewegen
D
Burgers die door hun manier van leven verbonden zijn met de rest van de moderne wereld

Slide 35 - Quiz

02:42
Wat wordt er bedoeld met 'the slow world'?
A
Het deel van de wereld wat is blijven hangen in oude economische patronen
B
Burgers wiens deelname aan de wereldeconomie en modernisering beperkt is
C
Het deel van de wereld waar weinig economische activiteit is
D
Burgers die economisch achterlopen op de rest van de wereld

Slide 36 - Quiz

04:43
Waarom is Teton county zo rijk geworden?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Sleep de ruimtelijke gevolgen van globalisering naar de juiste plaats
Nieuwe afzetmarkten
Verplaatsen van de maakindustrie
MNO's zijn steeds weer op zoek naar de goedkoopste mogelijkheden.
MNO's doen alleen wat een ander niet kan.
Slow world en fast world
Uitschuiving
Klanten in opkomende landen
Doorschuiven
Core business
Verbrokkeling

Slide 39 - Drag question

TIJDLIJN globalisering
va. 1975:
Steeds meer multinationale ondernemingen (MNO's)
va. 1980:
1. Productie wordt verplaatst naar arme landen (nieuwe int. arbeidsverdeling)
2. Welvaart verschuift in wereldsysteem (meer welvaart naar semi-periferie)

1990:
Handels-belemmeringen vallen weg:
- EU
- China en India openen grenzen
Steeds meer verbondenheid, door:
1. Transport
2. Communicatie

Slide 40 - Slide

2.4 Globalisering: ontwikkelingen na 1980
Leerdoelen:
  • Je weet waarom het merendeel van de handels- en investeringsstromen zich afspeelt binnen en tussen het triadisch netwerk.
  • Je begrijpt dat door verandering van de internationale arbeidsverdeling ook de positie van landen in het wereldsysteem verandert.
  • Je begrijpt dat globalisering leidt tot eenwording en verbrokkeling en ook tot vergroting van de sociale en regionale ongelijkheid.

Slide 41 - Slide

Maak opdrachten 2.4 (blz. 64 & 65) = huiswerk voor morgen
Klaar? Lees 2.5
Leerdoelen:
Je weet waarom het merendeel van de handels- en investeringsstromen zich afspeelt binnen en tussen het triadisch netwerk.
Je begrijpt dat door verandering van de internationale arbeidsverdeling ook de positie van landen in het wereldsysteem verandert.
Je begrijpt dat globalisering leidt tot eenwording en verbrokkeling en ook tot vergroting van de sociale en regionale ongelijkheid.

Slide 42 - Slide