Taal les blok 7 les 5

Wat weet je nog van afgelopen lessen? Denk aan de themawoorden, inhoudswoorden en samentrekkingen.
1 / 12
next
Slide 1: Mind map
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weet je nog van afgelopen lessen? Denk aan de themawoorden, inhoudswoorden en samentrekkingen.

Slide 1 - Mind map

De themawoorden
appels met peren vergelijken
Twee dingen met elkaar vergelijken die eigenlijk niet met elkaar te vergelijken zijn omdat ze zo verschillend zijn.  

Slide 2 - Slide

Inhoudswoorden
Voorbeeldzin: 
Aardrijkskunde wordt een buitengewoon levend vak
Blauw: ww
Rood: zn  
Groen: bn
Geel: bw



Slide 3 - Slide

Wat zijn de zn in de volgende zin: Boeiende ontmoetingen ontwikkelingen haar persoonlijkheid.
A
Boeiende en persoonlijkheid.
B
Boeiende en ontwikkelingen
C
ontmoetingen en persoonlijkheid
D
ontwikkelingen en persoonlijkheid

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de inhoudswoorden bij de volgende zin?
Het reizen geeft de vakken een nieuwe context.

Slide 5 - Open question

Samentrekking
Ik houd van pizza en ik houd van pudding. 
Ik houd van pizza en pudding.

Maar verder heb ik geen opmerkingen of aanmerkingen. 
Maar verder heb ik geen op- of aanmerkingen.  

Slide 6 - Slide

Maak de volgende zin kloppend:
Maar in Europa hebben we vrije invoer van goederen en in Europa hebben we vrije uitvoer van goederen.

Slide 7 - Open question

Wat ga je nu doen?
Ga aan de slag met :
blok 7, week 1, les 5
Ben je klaar met de les?
- Zelfstandig werken
Klik de lessonup niet weg!!

Slide 8 - Slide

Wat zijn de themawoorden van deze week?

Slide 9 - Mind map

Bedenk een zin met een of twee samentrekkingen erin.

Slide 10 - Mind map

Tot welke woordsoort behoort het woord rustig in deze zin?
Mijn moeder bleef er heel rustig onder.

A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijwoord

Slide 11 - Quiz

Tot welke woordsoort behoort het woord foto's in de volgende zin?
Ik hing foto's op aan elke lantaarnpaal.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijwoord

Slide 12 - Quiz