GJ 2 Unidad 4: Otros tiempos

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vertaal in het Spaans:
Nederland

Vul het juiste woord in op de lege plek:
El verano pasado fui de vacaciones _____ España.

1. a
2. en

Vertaal in het Spaans:
voetballen

Wat is de juiste vertaling van 'ik begon met dansen op 3-jarige leeftijd'?
Empecé bailar a los 3 años.
Empecé a bailar a los 3 años.

1. Empecé bailar....
2. Empecé a bailar ....

U4 Otros tiempos

Pak je chromebook alvast op tafel, 

maar laat hem nog even dicht.

Wat komt er dit hoofdstuk aan bod?

• werkwoorden imperfecto (verleden tijd)
• vergelijking vroeger en nu
• signaalwoorden 
• herhaling werkwoorden tegenwoordige tijd

Wat zijn grote verschillen tussen vroeger en nu, volgens/voor jou?

Antes y ahora
(vroeger en nu)

0

signaalwoorden imperfecto

Voorbeelden van signaalwoorden imperfecto:

• antes = vroeger
• cada día/semana/mes/año = elke dag/week/maand/jaar
• todos los días = elke dag
• siempre = altijd
• normalmente = normaal gesproken
• en los años '80 = in de jaren '80
• cuando tenía... años = toen ik ... jaar oud was
• cuando era pequeño/a = toen ik klein was

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?

1. trabajé
2. hacía
3. hablaba
4. comías

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?

1. pensaban
2. bebías
3. comieron
4. vivíamos

Vul de juiste vorm van imperfecto in: Antes mi padre (llevar) gafas.

1. llevabas
2. llevía
3. llevaba
4. lleva

Welke 3 Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?

Vul de juiste vorm van de imperfecto in: Cuando era joven, (ver, yo) la tele cada día.

1. vía
2. veía
3. veías
4. ví

Wat is de imperfecto van 'hay'?

Tegenwoordige tijd:
tener - yo

1. tengo
2. tienes
3. tiene
4. tenía

Tegenwoordige tijd:
ser - yo

1. era
2. soy
3. es
4. eras

Vertaal in het Spaans:
er is / er zijn

1. hay
2. había

Vertaal:
blond haar

1. el pelo rubia
2. el rubio pelo
3. el pelo rubio
4. el pelo rubios

Welk woord in de zin is fout geschreven:
Antes tenía los ojos azul.

1. tenía
2. los
3. ojos
4. azul

¿Cómo has cambiado?
Geef een vergelijking vroeger en nu over jezelf.
Denk eraan dat je bij vroeger imperfecto en bij nu tegenw tijd gebrukt.

¿Qué te gustaba más antes?

DEBERES 

* VOORKANT WOORDENLIJST INVULLEN (t/m el vestido)

* TEKSTBOEK BLZ. 48 OEF 1AB 

(Antes cuando mi abuela era joven = vroeger toen mijn oma jong was)