Beeldende kunst in de 19e eeuw

leerdoelen vandaag (TW3):

- Je weet wanneer de stromingen (ongeveer) plaatsvonden

- Je kunt kenmerken van alle stromingen herkennen en benoemen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

leerdoelen vandaag (TW3):

- Je weet wanneer de stromingen (ongeveer) plaatsvonden

- Je kunt kenmerken van alle stromingen herkennen en benoemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Kunstboek: 
3.6 Neoclassicisme
4.1 Inleiding 19e eeuw
4.2 Romantiek
4.3 Realisme
4.4 Arts and crafts & Jugendstill
4.5 Impressionisme
4.6 PostImpressionisme
4.7 Japanse Prenten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Schrijf op je kaartje
2. Leg in juiste volgorde 
Japanse Prenten
Romantiek
Neoclassicisme
Arts and crafts
Realisme
Impressionisme
Jugendstill / Art Nouveau
PostImpressionisme


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Achterop je kaartje: tijden
Neoclassicisme  1760 - 1840
 Romantiek  1800 - 1870
 Realisme  1840 – 1880
 Arts & Crafts Movement  1860- 1900
 Impressionisme 1870 - 1905
 Art Nouveau / Jugendstil  1880 – 1910
 Post-Impressionisme 1880 - 1905
 Japanse prenten 19e eeuw

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

tekenopdracht:
- Maak achterop je kaartje een kleine 
tekening, passend bij de stroming
- Houd ruimte over voor tekst
neoclassicisme
Romantiek
woest landschap/...
Impressionisme
Arts and Crafts
Jugensdstill
sierlijk bloemmotief
Realisme
portret van oud persoon met rimpels
timer
8:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke
ontwikkelingen in de 19e eeuw die invloed
hadden op de kunst

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

19e eeuw

* Industriële revolutie.
* Grote armoede onder boeren en arbeiders.
* Franse Revolutie.
* Burgers aan de macht. 
* Uitvinding Fotografie.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

invloeden  op Neoclassicisme
  • Reactie op de overdadige vormgeving van de Barok en de Rococco
  • Encyclopedie van  Winckelmann en opgravingen Pompeii  stimuleerden de belangstelling voor de kunst uit de klassieke oudheid
  • De Verlichting (zelfstandig nadenken en beredeneren, wetenschappelijk onderzoek)
  • Franse Revolutie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke kenmerken horen bij Neoclassicisme?
A
Klassieke elementen zoals zuilen en timpanen, symmetrie en regelmaat
B
Mythologische en historische onderwerpen
C
Statische composities
D
Heftige emoties, dynamische composities

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

  flitskaartje Neoclassicisme
Bouwkunst:
- Klassieke elementen: zuil, timpaan
- Symmetrie en regelmaat
Schilder- en beeldhouwkunst:
- Mythologische / historische onderwerpen
- Heldere, statische composities
- Duidelijke en scherpe vormen
- Geïdealiseerde mensfiguur

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke onderwerpen werden populair in de Romantiek (als reactie op het rationalistische denken)?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Romantiek
 Kunstenaars die zich meer lieten leiden door het gevoel dan door het verstand.

 



  • Droom en fantasie: De mystieke wereld van de droom, ongrijpbaar, vol fantasie-elementen.
  • Terug naar de natuur: de mens was bedorven door maatschappelijke toestanden. Daarom weg uit de stad en innig contact met de natuur.
  • Vluchten naar vreemde en exotische oorden: (Ontdekkings)reizen en de daarbij horende ervaringen.
  • Vluchten uit de werkelijkheid naar het verleden: Terug naar het verleden middels neo-stromingen. Bijv. hernieuwde inspiratie uit Christendom halen.




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

kaartje Romantiek
  • vlucht uit de werkelijkheid
  • terug naar verleden
  • reizen, exotische oorden
  • de woeste natuur

  • Bouwkunst: neostijlen
  • Kunstenaar: eenzaam genie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

kenmerken Romantiek?
  • Dynamische compositie (diagonale lijn)
  • Clair obscur
  • Warme kleuren en grote kleurcontrasten
  •  Vlotte penseelvoering
  • Veel emotie en gevoel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat was de grote verandering in het onderwerp van een schilderij tijdens het Realisme?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Eigentijdse taferelen
(Bonjour monsieur Courbet)
Eenvoudige onderwerpen
(De aardappeleters)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

kaartje Realisme
  • Reactie op de industriële revolutie
  • Mensen en situaties weergeven zoals ze echt waren, ook slechte omstandigheden van bijv. arbeiders
  • vaak sombere kleuren en grove toets

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Waarom schilderde Monet de Kathedraal van Rouen wel 30 keer?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Impressionisme


Schilderen van een impressie, weergeven van een moment.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waarom is dit werk typerend voor het impressionisme?
A
Weergeven van een moment.
B
Snel en toetsend geschilderd
C
Gevoel van de kunstenaar uiten
D
Veelvuldig gebruik van lichtwerking.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

kaartje Impressionisme
  • snelle indruk van iets weergeven
  • alledaagse onderwerpen
  • toetsend (vlug) geschilderd (soms buiten)
  • 'toevallige' afsnijdingen (invloed fotografie)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Arts and Crafts
Reactie op Industriële revolutie

Toegepaste vormgeving
Ambachtelijk
Vormen, patronen uit natuur
Inspiratie uit Middeleeuwen
Natuurlijke materialen

Ideaal: betaalbaar (voor iedereen)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Art Nouveau / Jugendstil
  • organische vormen, in combinatie met vloeiende lijnen en gestileerde vormen
  •  vaak totaalkunst: interieur, meubilering en stoffering, allemaal in dezelfde stijl vaak door dezelfde persoon ontworpen
  • Nieuwe materialen, zoals gietijzer (functioneel - decoratief)
  • zweepslagmotieven

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe herken je de invloed uit de Japanse prentkunst op de Art Nouveau?
A
gestileerde vormen, egale kleurvlakken
B
inspiratie uit de natuur
C
weinig dieptewerking, duidelijke contouren
D
gebruik van felle en primaire kleuren

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Japonisme
De courtisane (1887)
Vincent van Gogh
George Hendrik Breitner: Meisje in rode kimono, liggend, 1896 (detail)
"La Princesse du Pays de la Porcelaine" James Abbot McNeil Whistler(1863-1864)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Post-impressionisme
1880 - 1905
Op zoek naar nieuwe uitbeeldingsvormen (pointillisme en symbolisme.)

Van Gogh, Cezanne, Gaugain

Invloed op expressionisme & latere moderisme.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Cézanne> Kubisme
Cézanne gaf met zijn  vorm-analyse en verschillende perspectieven inspiratie aan de volgende generatie kunstenaars. 
Zij zijn gaan werken in het kubisme.

Slide 28 - Slide

Bron: George Braque
Wat is nieuw aan de manier waarop van Gogh werkte?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

van Gogh > Expressionisme
lijn en kleur als middel om gevoel uit te drukken
Vincent van Gogh, Korenveld met kraaien, 1890
Vincent van Gogh - Zelfportret met verbonden oor, 1889

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Paul Gaugain> Symbolisme
Betekenis staat centraal. 
Gebruik van heldere kleurvlakken en decoratieve lijnen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Pointillisme
(Post-Impressionisme)

Het geheel is opgebouwd uit puntjes en het gebruik van zuivere kleuren. 
Theorie van optisch mengen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

kaartje Post Impressionisme
  • Na het Impressionisme
  • Pointillisme (optisch mengen)
  • Gaugain> Symbolisme (diepere betekenis)
  • Cezanne> voorloper Kubisme
  • Van Gogh> voorloper Expressionisme

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions