H2B paragraaf 3

Welkom H2B!
Ga zitten volgens de plattegrond.  
Log alvast in op LessonUp!

1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom H2B!
Ga zitten volgens de plattegrond.  
Log alvast in op LessonUp!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Herhalen paragraaf 2
- Huiswerk bespreken
- Uitleg paragraaf 3
- Opdrachten
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1.2 Gesteente verandert
Leerdoelen:
- Je weet het verschil tussen mechanische en chemische verwering en hoe die verwering verloopt.
- Je begrijpt waarom het klimaat invloed heeft op de aard en snelheid van verweringsprocessen.
- Je kunt aan de hand van een tekening uitleggen hoe grotten ontstaan.

Slide 3 - Slide

Hoe kan dit?
Verwering = het uit elkaar vallen van gesteenten

2 soorten verwering

Slide 4 - Slide

Welke soort verwering
is dit?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 5 - Quiz

Welke soort verwering
is dit?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 6 - Quiz

Welke soort verwering
is dit?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 7 - Quiz

Welke soort verwering
is dit?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 8 - Quiz

Welke soort verwering
is dit?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 9 - Quiz

Welke soort verwering
is dit?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 10 - Quiz

Mechanische verwering

1. Mechanische verwering door water en temperatuur
2. Mechanische verwering 
door enkel temperatuur
3. Mechanische verwering 
door plantenwortels

Slide 11 - Slide

Chemische verwering
Chemische verwering = verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht

Slide 12 - Slide

Hoe ontstaan grotten?
.

Slide 13 - Slide

Bij welke soort verwering verandert de samenstelling van het gesteente?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

In wat voor klimaat verloopt chemische verwering het snelst?
A
Droog en warm
B
Droog en koud
C
Vochtig en warm
D
Vochtig en koud

Slide 15 - Quiz

Huiswerk bespreken
Opdracht 2, 3, 5 en 8

Vragen?

Slide 16 - Slide

Opdracht 2.d

Slide 17 - Slide

Opdracht 2.d
Stap 1:
--> Herhaal wat er gevraagd wordt
'Grotten ontstaan wel in kalksteen
en niet in graniet, omdat'
Stap 2:
--> Beantwoord de vraag.
Grotten ontstaan wel in kalksteen en niet in graniet, omdat kalksteen wel kan oplossen d.m.v. water en zuur, maar graniet niet. 

Slide 18 - Slide

Opdracht 3.b

Slide 19 - Slide

Opdracht 3.b




Eerst is water in een spleet gaan bevriezen, 
waardoor de spleet steeds groter werd. 
Daarna hebben de wortels van de boom 
de steen verder uit elkaar gedrukt.

Slide 20 - Slide

Opdracht 8.b

Slide 21 - Slide

Opdracht 8.b
Let op: er staat gevolgen
Je moet dus meerdere
zaken benoemen.

1. Het gebergte wordt door verwering afgebroken.
2. Het gebergte wordt lager

Slide 22 - Slide

1.3 'Gesteente wordt verplaatst'
Leerdoelen:
- Je weet wat massabewegingen zijn.

- Je begrijpt dat door verwering en erosie gebergten worden aangetast en grind, zand en klei ontstaan.
- Je kunt een rivierdal en een gletsjerdal herkennen aan de hand van kenmerken op een foto.

Slide 23 - Slide

Wat gebeurt er na de verwering?
Door verwering is deze steen
kapot gegaan en zijn er kleine
stukken steen gevormd. 

Wat gebeurt er vervolgens met
zo'n stuk steen?

Slide 24 - Slide

Massabewegingen
--> Los gesteente rolt, schuift of valt langs
       een helling via beneden.

De manier waarop hangt af van de omvang
van het gesteente en hoe steil de helling is.

Slide 25 - Slide

Steile helling
Flauwe helling
Gesteente rolt
Gesteente schuift
Gesteente valt

Slide 26 - Drag question

En wat nu?
Erosie = de uitschurende
 werking van stromend 
water, wind of ijs.

Slide 27 - Slide

Erosie

Slide 28 - Slide

Erosie
Erosie
Bovenloop: door de hoge stroomsnelheid vindt hier erosie plaats.
Middenloop: rivieren nemen het verwerings-materiaal (zand, grind, klei) mee naar de benedenloop.
In de benedenloop is de stroomsnelheid laag en vindt sedimentatie plaats.

Slide 29 - Slide

Sedimentatie
Bij een lage stroomsnelheid zakt grind, zand en klei naar de bodem en blijft het daar liggen.
 
Op plaatsen waar rivieren in zee uitmonden, komt de rest van het zand en klei in de zee terecht en ontstaat er een delta

Slide 30 - Slide

Welke 'korrel' is het kleinst?
A
Grind
B
Zand
C
Klei

Slide 31 - Quiz

Welke korrel zal het snelst sedimenteren?
A
Grind
B
Zand
C
Klei

Slide 32 - Quiz

Hoe ontstaan dalen?
V-dal ontstaat door erosie van een rivier

U-dal ontstaat door erosie van een gletsjer

Slide 33 - Slide

U-dal
V-dal
Gevormd door een gletsjer
Gevormd door een rivier

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Slide

Voor nu:
Maak van paragraaf 1.3 opdracht 1 t/m 8 (= huiswerk!)

Klaar?
- Maak de extra opdrachten
- Maak nog de opdrachten van 1.1
- Maak de verdiepingsopdrachten
- Lees alvast paragraaf 1.4 door

Slide 36 - Slide

Afsluiting
Huiswerk voor volgende week: 
opdracht 1 t/m 8 van paragraaf 1.3

Volgende week = laatste les!!!
--> Zorg dat je 1.1, 1.2 en 1.3 kent
--> Stel vragen als je die hebt

Slide 37 - Slide