• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen herh 2

Grammatica 

WWG
Zinsdelen
1 / 50
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica 

WWG
Zinsdelen

Slide 1 - Slide



In deze les herhaal je de grammatica van Blok 4 :

 het WWG en verdelen in zinsdelen

Slide 2 - Slide

Wat is het WWG in de zin:

Afgelopen zondag hebben we een wandeling gemaakt.

Slide 3 - Open question

Wat is het WWG in de zin:

Wij gaan de ouderen helpen.

Slide 4 - Open question



Maak de volgende zinnen langer door er een WANNEER, WAAR en/of WAT aan toe te voegen. 

Slide 5 - Slide

Wat geeft het zinsdeel aan ?
OP KONINGSDAG ontving hij een onderscheiding.

Op Koningsdag =
A
wie ?
B
wat gebeurt er ?
C
waar ?
D
wanneer ?

Slide 6 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
Op Koningsdag ontving HIJ een onderscheiding.

hij =
A
wie ?
B
wat gebeurt er ?
C
waar ?
D
wanneer ?

Slide 7 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
De astronauten draaiden 60 DAGEN in hun capsule rond de aarde.
60 dagen =
A
wie ?
B
hoe lang ?
C
waar ?
D
wanneer ?

Slide 8 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
De astronauten draaiden 60 dagen IN HUN CAPSULE rond de aarde.
in hun capsule =
A
wie ?
B
hoe lang ?
C
waar ?
D
wanneer ?

Slide 9 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
DE ASTRONAUTEN draaiden 60 dagen in hun capsule rond de aarde.
de astronauten =
A
wie ?
B
hoe lang ?
C
waar ?
D
wanneer ?

Slide 10 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
HET SCHILDERIJ bracht op de veiling veel geld op.

het schilderij =
A
wanneer ?
B
wat ?
C
waar ?
D
wie ?

Slide 11 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
Het schilderij bracht OP DE VEILING veel geld op.

op de veiling =
A
wanneer ?
B
wat ?
C
waar ?
D
wie ?

Slide 12 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
De wandelaars liepen gisteren snel DOOR HET HOGE GRAS.
door het hoge gras =
A
wanneer ?
B
wat ?
C
waar ?
D
wie ?

Slide 13 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
DE WANDELAARS liepen gisteren snel door het hoge gras.
De wandelaars =
A
wanneer ?
B
wat ?
C
hoe ?
D
wie ?

Slide 14 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
De wandelaars liepen GISTEREN snel door het hoge gras.
gisteren =
A
wanneer ?
B
wat ?
C
hoe ?
D
wie ?

Slide 15 - Quiz

Wat geeft het zinsdeel aan ?
De wandelaars liepen gisteren SNEL door het hoge gras.
snel =
A
wanneer ?
B
wat ?
C
hoe ?
D
wie ?

Slide 16 - Quiz

Maak de zin langer door er een WAT aan toe te voegen.
Wij aten ...

Slide 17 - Open question

Maak de zin langer door er een WAAR en WAT aan toe te voegen.
Merel koopt ...

Slide 18 - Open question

Maak de zin langer door er een WANNEER en WAT aan toe te voegen.
Salir at ...

Slide 19 - Open question

Maak een zin met volgend bouwplan :
Wie ? / Wat gebeurt er ? / Waar ?

Slide 20 - Open question

Maak een zin met volgend bouwplan :
Wat ? / Wat gebeurt er ? / Hoe ?

Slide 21 - Open question

Maak een zin met volgend bouwplan :
Wie ? / Wat gebeurt er ? / Waarheen ?

Slide 22 - Open question

Maak een zin met volgend bouwplan :
Wat ? / Wat gebeurt er ? / Hoe ?

Slide 23 - Open question

In zinsdelen verdelen doe je door streepjes tussen de zinsdelen te zetten.
 
vb. Maya | loopt | naar de sportclub.

vb. Gisteren | kocht | Lucas | een nieuwe smartphone. 

Slide 24 - Slide

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De krant | vermeldde | vandaag | weinig | nieuws.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Repareer | jij zelf | je brommer ?
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Op welke ijsbaan | schaats | jij | altijd ?
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Het jarige meisje | vond | haar cadeau erg leuk.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Vorige zondag | raasde | de storm | in de schoorsteen.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Wie | verzendt | dit pakje voor me ?
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz



Nu ga je zelf in zinsdelen verdelen.

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Slide 31 - Slide

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Moeder schrobt de vloer.

Slide 32 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De hond gehoorzaamde niet.

Slide 33 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Stofzuig jij de huiskamer even ?

Slide 34 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Mila verrast haar moeder met een bos bloemen.

Slide 35 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De buren vermijden het contact met ons.

Slide 36 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De kinderen hebben dorst.

Slide 37 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Het paard schrikt van de straaljager.

Slide 38 - Open question

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Onze club verloor dit jaar geen enkele wedstrijd.

Slide 39 - Open question

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

De leeuw beweegt onrustig in zijn kooi.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 40 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Het kind bonst tegen de deur.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 41 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Vanmorgen sliep ik tot 10 uur.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 42 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

De reparatie duurt 4 uren.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 43 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Komen jullie ?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 44 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin ?

Gisteren verkocht Maura haar oude schoenen op de rommelmarkt.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 45 - Quiz

Goed gewerkt !! 




Ging het goed?

Slide 46 - Slide

Ik kan een zin goed in zinsdelen verdelen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 47 - Quiz

Wat vind je nog moeilijk ?

Slide 48 - Open question

Waar wil je nog extra uitleg over krijgen ?

Slide 49 - Open question

Slide 50 - Slide

More lessons like this

Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen

March 2023 - Lesson with 36 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen herhaling

March 2020 - Lesson with 40 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Grammatica blok 4 wwg+zinsdelen

May 2022 - Lesson with 44 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Dinsdag 21 jan Zinsdelen herkennen/ maken

January 2021 - Lesson with 26 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

grammatica opdr 3 tm 6 (SLR)

July 2021 - Lesson with 11 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

§ 1 ZD-persoonsvorm en zinsdelen

November 2022 - Lesson with 17 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Blok 5 - Grammatica - les 1 - zinsdelen

February 2021 - Lesson with 11 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Zinsdelen verdelen

January 2025 - Lesson with 43 slides
NederlandsBasisschoolGroep 6,8
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings