6. Zeg iets aardigs over de evolutiekaart van een klasgenoot. đ đ
7. Complimenteer iemand over zijn/haar netheid in de klas. đ đ§č
8. Zeg iets positiefs over het gedrag van een leerling tijdens de pauze. đ đ
9. Geef een compliment over de lunch die iemand meebracht. đ đ„Ș
10. Complimenteer een leerling die een moeilijke taak afrondde. đ â