Week 3 (37) 2022 klas 3 - ESSTENTENREGEL + UITSPRAAK

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

• Logo schauen
• Wiederholung Konjungierung schwache Verben

Lernziele:

• je bent in staat om zwakke werkwoorden te vervoegen in de tegenwoordige tijd

Aber zuerst.....ein Filmchen!

www.zdf.de

Das schwache Verb

3 soorten zwakke werkwoorden

1. "Normale" werkwoorden (wohnen)

2. Zwakke werkwoorden met stam op -d of -t (reden)

3. Zwakke werkwoorden met stam op -s of -ß (heißen)

ich               + e

du                + st

er/sie/es   + t

wir              + en

ihr               + t

sie/Sie      + en

ich mache

du machst

er/sie/es macht

wir machen

ihr macht

sie/Sie machen

An die Arbeit!

An die Arbeit: 

Was?   üben mit der Konjungierung (vervoeging) von

              schwachen Verben

Wie?   selbstständig, am Computer; 

              https://duitsleren.org/oefeningen vervoeging van

              werkwoorden: regelmatige werkwoorden

keuze: door elkaar of in een rijtje; laat ik zien op het digibord

https://duitsleren.org/werkwoorden/vervoeging/tegenwoordige-tijd/

Hilfe?  Seite 174/175

Zeit?    15 Minuten

Fertig? Ga verder met Slim Stampen: Lernliste Kapitel 1 of het 

                huiswerk via Planning (online)

Heb ik de leerdoelen behaald?

•     ben ik in staat om zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd te  vervoegen?

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

Machen:

Brückenschlag week 3

lernen: 

Lernliste Kapitel 1 Umgebung via Planning/Slim Stampen

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

1.  Filmchen

2. Sprechen

3. Lesen (wenn es Zeit gibt)

Lernziele:

• Je bent in staat om woorden met een Umlaut goed uit te spreken.
  
• Je bent in staat om een informatieve tekst op hoofdlijnen te begrijpen en kunt hier vragen bij beantwoorden; 

Aber zuerst.....ein Filmchen!

www.zdf.de

die Laute:

a, ä, äu, e, i, ei, o, ö, u, ü, eu, z,

sp, st, sch.

De ä spreek je uit als: 'è' of  'ee' zoals in

melk                       of in steen

De ö spreek je uit als: 'eu' of  'uhh' zoals in

deur

föhn

Umlaut!? 

In het Duits heb je naast hoofdletters ook nog puntjes op verschillende letters. Dit noem je een Umlaut (trema).

u => oe

ü => uu

y = uupsilon

AUtO

Uitspreken van de klinker

de a, e, i, o spreek je uit als in het Nederlands

de u                    als oe in hoed

de eu                 als oi  in hoi

de ei                   als ai in

Filmpje Edpuzzle uitspraak Duits.

Uitspreken van de umlaut

de ä           als e  in tellen of als ee  in kleed

de ü          als uu  in vuur

de ö          als eu  in deuk of als eu  in deur

de äu       als oi  in hoi

Filmpje Edpuzzle uitspraak Duits.

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Sprechen: Aufgabe 25, 26 UND 28 

                auf Seiten 32 und 33

Wie?       zusammen  mit deinem Nachbar/deiner 

                 Nachbarin; hör gut zu und korriegiere einander

Hilfe?     die Ausspracheregeln auf Seite 153

Zeit?       1o Minuten
Fertig?  Slim Stampen!

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Lesen: Aufgabe 45 auf Seite 42 - 44

Wie?       selbstständig, im Buch

Hilfe?     ein Wörterbuch

Zeit?       15 Minuten
Fertig?  Slim Stampen!

Heb ik de leerdoelen behaald?

• ben ik  in staat om woorden met een Umlaut goed uit te spreken?
• 
  
• ben ik in staat om een informatieve tekst op hoofdlijnen te begrijpen en er vragen bij te beantwoorden?

Hallo

Stunde 2

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

 Schreibfertigkeit

Lernziele:

1. Je bent in staat om een persoonlijke brief/kaart op de juiste manier vorm te geven (opbouw);
2. Je bent in staat om op de juiste plaatsen een hoofdletter te gebruiken;

Was wisst ihr noch?

Hoe bouw je een brief/ mail op?

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?     Opdracht 1 en 2 uit je boekje Schreibfertigkeit

Wie?      selbstständig

Hilfe?     ein Wörterbuch, de woordenlijst op pag. 26 en 

                 de Sprachmittel op pag. 27

Zeit?       25 Minuten
Fertig?  lever je boekje weer in!!

Heb ik de leerdoelen behaald?

•     ben ik  in staat om in korte zinnen jouw eigen omgeving te                                    omschrijven?
•      ben ik in staat om op de juiste plaatsen een hoofdletter te gebruiken?

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Danke für eure Aufmerksamkeit.

Schönes Wochenende!